Vraag 3
In hoeverre bepaalde de burgerij de ontwikkelingen in de Republiek in de Gouden Eeuw (1602-1700)?
- Republiek: oorlogseconomie, handel financiert Opstand tegen Habsburgers
- Regenten versterken handelspositie door verzwakken Spanje
- Handel: samenwerking en innovatie
- Bestuur: heersende burgerij komt op voor particularisme steden en gewetensvrijheid tegenover streven naar eenheid en aanzien door de stadhouders
- Heilige Roomse Rijk verzwakt door Dertigjarige oorlog
- Engeland en Frankrijk: verzwakt door conflicten tussen vorst en adel
- Republiek profiteert hiervan tijdelijk door beheersen tussenhandel en wereldhandel: Gouden Eeuw
- Arbeidsmigranten in Holland versterken de economie
- Netwerk van openbaar vervoer over water tussen Hollandse steden
- Amsterdam met bloeiende stapelmarkt en beurs breidt uit: grachtengordel
- Rijke burgers investeren in molens, droogmakerijen en gespecialiseerde landbouw
- Rijke burgers verhogen status door levensstijl: adellijke titels, buitenhuizen, kunst (Rembrandt)
- Rijke kooplieden uit buitenland vestigen zich gemakkelijk in Holland
- Na 1648: stabilisatie in Engeland, Frankrijk (absolutisme).
- Mercantilisme van Engeland en Frankrijk breng schade toe aan de handelspositie van de Republiek
- Regenten trekken zich terug uit wereldhandel en richten zich op geldhandel
- Minder banen voor arme bevolking, onvrede
- Gewone volk kiest kant van Oranje (stadhouders) tegenover de regenten (Johan de Witt)
- 1672: Rampjaar, Engeland en Frankrijk samen tegen Holland
- Regenten verdedigen hun positie door oligarchisering en investeren in het buitenland
- Toenemende handelsconcurrentie: Londen verdringt Amsterdam als centrum van handel en bankwezen. Einde van de Gouden Eeuw.