Over sommige onderdelen wordt binnen het boeddhisme verschillend gedacht. Bijvoorbeeld over het aantal Boeddha’s. Deze verschillende ideeën leidden tot een heleboel boeddhistische stromingen. De hoofdstromingen zijn het Theravada (Hinayana) boeddhisme en het Mahayana boeddhisme. Voorbeelden van de laatste boeddhistische stroming zijn het Tibetaans boeddhisme en het Zen boeddhisme.
Het Tibetaans boeddhisme is heel kleurrijk met veel goden en godinnen, vrolijke tempels, dansen om geesten te verjagen en veel rituelen. Tibetaanse boeddhisten hebben vertrouwen in Boeddha en hun godsdienst is verweven met hun dagelijkse leven. Overal worden gebedsmolens gedraaid om hulp te sturen naar alle levende wezens over de hele wereld. De teksten van de Boeddha Siddharta Gautama zijn voor hen minder belangrijk.
Zen boeddhisme vind je vooral in Japan. Zen betekent ‘meditatie’ in het Sanskriet. Zen boeddhisten proberen veel te mediteren. De nadruk hierbij ligt op rituelen rondom de dood.