Like and as in a nutshell
Je gebruikt dus like and as om vergelijkingen te maken.
Like | As |
Voor een zelfstandig naamwoord of een persoonlijk voornaamwoord. | Voor een bijzin in combinatie met een voorzetsel. |
Als je een figuurlijke vergelijking maakt. | Als je een werkelijke functie beschrijft. |
In het plaatje hieronder zie je nog een paar voorbeelden.
Minder dan 12 punten? | 12 punten of meer? |
Doe de oefening opnieuw. | Ga naar lvl. 3 |