Wat doet het virus met ons lichaam?

Iedereen kan ernstig ziek worden van het virus, maar niet iedereen heeft er evenveel last van.

Als je immuunsysteem op tijd reageert op het virus, kan het minder klachten veroorzaken. Echter, is het immuunsysteem niet even efficient bij iedereen. Na mate je ouder wordt gaat de werking van je immuunsysteem achteruit. Ook bepaalde aandoeningen kunnen je immuunsysteem verzwakken. Mensen die chemo gebruiken om kanker te bevechten zijn kwetsbaar. Hun immuunsysteem heeft al veel te verdragen.

Het virus zit voornamelijk bij de longen en luchtpijp. Mensen met longproblemen kunnen dus ook sneller permanente longschade krijgen. Ook hart- en vaatziektes en hoge bloeddruk verhogen de kans op hevige klachten tijdens een infectie. Je weet nooit precies hoe erg het zal zijn.

Kinderen hebben minder klachten!

Kinderen met Corona hebben minder vaak heftige klachten dan volwassenen, blijkt uit onderzoek van het RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu! Ook lijkt het dat zij anderen minder vaak besmetten dan volwassenen. Toch moeten we voorzichtig zijn, want als kinderen ouderen besmetten, kunnen de ouderen nog steeds ernstig ziek worden.

 

RESISTENTIE:

Wanneer het immuunsysteem antistoffen gaat aanmaken tegen het virus, zal het virus langzaam verdwijnen uit je lichaam. Je klachten zullen dan minder worden. 

Je lichaam zal dan geheugencellen gaan maken die het virus kunnen herkennen. Zo kan het immuunsysteem de volgende keer sneller reageren op hetzelfde virus, waardoor je vaak zelfs geen klachten krijgt na besmetting.

Dit heet immuniteit (of) resistentie. Je bent nu resistent / immuun tegen de ziekte.

Helaas verdwijnen de geheugencellen die het virus onthouden langzaam uit je bloed. Na een eerste infectie ben je dus maar voor een aantal weken of maanden immuun. Wanneer je een tweede keer besmet raakt zal je lichaam nog veel meer van deze geheugencellen aanmaken, waardoor je nog veel langer immuun wordt. Soms zelfs voor vele jaren.

Als je lichaam zelf immuun wordt, heet het: natuurlijke immuniteit.

Voor veel ziektes kan je in het ziekenhuis een spuitje krijgen. Dan wordt je ook immuun zonder ziek te worden. Ze spuiten dan een verzwakte versie van het virus in je lichaam, die minder schade doet, zodat je lichaam antistoffen gaat maken en immuun wordt. Soms moet je dus ook 2x een spuitje (ookwel vaccin genoemd) krijgen, omdat je anders na een paar weken of maanden al niet meer immuun bent.

Immuun worden dankzij het inspuiten van een vaccin, heet kunstmatige immuniteit.

 

Vaccin tegen het Coronavirus bestaat al, maar duurt lang om te ontwikkelen omdat er veel moet worden getest voordat we zeker weten dat het vaccin veilig is voor mensen.

Meisje in het ziekenhuis krijgt een injectie