5. Enscenering

De regisseur spreekt alle bewegingen op het toneel af met zijn acteurs. Bijvoorbeeld: Bij de vierde regel van scène 3 loop je van linksvoor snel naar rechtsachter, terwijl je je tegenspeler in de gaten blijft houden. Elke keer dat de voorstelling wordt gespeeld houden de spelers zich in grote lijnen aan die afspraken.

Enscenering is allereerst functioneel. Als uit de tekst duidelijk is dat mensen elkaar omhelzen dan zie je dat ook op het toneel. Daarnaast moet het publiek de gebeurtenissen goed kunnen zien en de tekst goed kunnen verstaan.

Ontwerp jouw enscenering