2b. Verwerking

Verwerking

Leerjaar 1:

➜ De formule y = x2 – 4 hoort bij een kwadratisch verband.
  1. Maak een tabel, reken 7 coördinaten uit en teken de grafiek op ruitjespapier.
  2. De grafiek heeft de vorm van een parabool en dat is een symmetrische vorm. Waarom is de grafiek van een kwadratisch verband symmetrisch?
  3. Teken in de grafiek ook de symmetrie-as.
  4. Maak op straat, thuis of op school een paar foto’s van dingen die je tegenkomt in de vorm van een parabool.

 

Leerjaar 2:

➜ De formule y = x2 – 4x + 3 hoort bij een kwadratisch verband.
  1. Maak een tabel, reken 7 coördinaten uit en teken de grafiek.
  2. Wat zijn de coördinaten van de nulpunten?
  3. De grafiek heeft zoals je weet de vorm van een parabool en dat is een symmetrische vorm. Waarom is de grafiek van een kwadratisch verband symmetrisch?
  4. Teken in de grafiek ook de symmetrie-as.
  5. Waarom wordt de grafiek dichter bij 0 platter en verder van 0 stijler?
  6. Maak op straat, thuis of op school een paar foto’s van dingen die je tegenkomt in de vorm van een parabool.

 

Leerjaar 3:

➜ De formule y = (x – 2)2 – 1 hoort bij een kwadratisch verband.
  1. Maak een tabel, reken 7 coördinaten uit en teken de grafiek.
  2. Wat zijn de coördinaten van de nulpunten?
  3. De grafiek heeft zoals je weet de vorm van een parabool en dat is een symmetrische vorm. Waarom is de grafiek van een kwadratisch verband symmetrisch?
  4. Teken in de grafiek ook de symmetrie-as.
  5. Waarom wordt de grafiek dichter bij 0 platter en verder van 0 stijler?
  6. Hoe is de grafiek van y = (x – 2)2 – 1 verschoven ten opzichte van de standaardgrafiek y = x2?
  7. Met welk getal moet je (x – 2)2 – 1 vermenigvuldigen om een bergparabool te krijgen in dezelfde vorm?
  8. In welke lijn wordt de grafiek dan gespiegeld?
  9. Maak op straat, thuis of op school een paar foto’s van dingen die je tegenkomt in de vorm van een parabool.