In het eerste blok ging het vooral over school. In dit blok ga je je vrije tijd onderzoeken. Welke woorden horen hierbij. Soms is er een overlap van Hobby's en Vrije tijd.
Los geht's
Je vindt hieronder links naar oefeningen en spelletjes over 'Hobbys und Sport' om je woordenschat te verbeteren!
joggen spelen skiën schaatsen lopen gymnastiek basketbal kaarten dammen schaken voetbal golf |
Jogging spielen Ski fahren Schlittschuh laufen ein Spaziergang Gymnastik Basketball Karten spielen Damespiel Schach Fußball Golf |
een spel een vlieger een schaatsbaan een schaats een rolschaats een atleet een bal boksen fietsen surfen zwemmen hardlopen |
ein Spiel ein Drachen eine Eisbahn ein Schlittschuh ein Rollschuh ein Athlet ein Ball Boxen Radsport Surfen Schwimmen Laufen |
Sport ist mein Hobby
Sport is en blijft een van de meest genoemde vrijetijdsactiviteiten.
Je fietst van school naar huis, je voetbalt 's middags met je vrienden in het park of je neemt in het weekend aan een tenniswedstrijd deel.
Je gaat nu naar Julia luisteren. Zij vertelt over haar vrijetijdsbesteding.
Beantwoord vervolgens deze vragen in het Nederlands in je schrift:
Ich reite
In het volgende fragment vertelt Lola over haar hobby paardrijden.
Beantwoord vervolgens deze vragen in het Nederlands in je schrift:
Je hebt nu geluisterd en opdrachten gemaakt die te maken hebben met Hobby's.