Stap 2: Verschillen tussen West en Oost

Onderzoek

Rusland en Amerika dachten verschillend over de inrichting van hun land.

Lees hieronder over economie en politiek in het Westen en Oosten.

Westen: economie en politiek

Producten westerse economie

Vrije markteconomie
Amerika wordt gezien als het voorbeeld van het kapitalistische westen. De kapitalistische economie gaat uit van vraag en aanbod. De consumenten vragen producten, de bedrijven bieden producten aan die passen bij de wensen van de consumenten.
Je noemt dit een vrije markteconomie.

Politiek
Amerika en de meeste West-Europese landen zijn democratieën. De inwoners bepalen via verkiezingen welke partij of partijen de regering vormen.
In Amerika heeft de regering zeker wel invloed op het dagelijkse leven, maar de overheid bemoeit zich niet met alles

 

Oosten: economie en politiek

Woonblok in Oost-Duitsland

Planeconomie
Het Rusland van tijdens de Koude Oorlog was een communistisch land. De economie was heel anders georganiseerd dan in het Westen.
De economie werd centraal geleid door de communistische machthebbers. Niet vraag en aanbod bepaalden wat er werd gemaakt, maar er werd geproduceerd volgens het plan van de overheid.
Je spreekt daarom van een planeconomie.

Politiek
In de Oostbloklanden had de communistische partij het voor het zeggen. Andere partijen waren verboden.
Mensen met 'verkeerde' ideeën werden opgesloten in strafkampen.
De invloed van de overheid op het dagelijks leven was zeer groot. De geheime dienst hield in opdracht van de regering goed in de gaten of je je aan de regels hield.

 

Woonblok in Oost-Duitsland


Verwerking

Je hebt net gelezen over de verschillen tuusen het Westen en het Oosten.

➜ Lees de volgende acht 'begrippen'.Schrijf ze over en geef per begrip aan of hij het best past bij Amerika of bij Rusland.
Zorg dat je ook weet waarom het begrip beter past bij Amerika of bij Rusland.
  1. kapitalistische economie
  2. communistische economie
  3. planeconomie
  4. vrije markteconomie
  5. meerdere partijen
  6. één partij
  7. geheime dienst
  8. weinig invloed overheid

Vergelijk jouw antwoorden met de antwoorden van een klasgenoot.
Zijn jullie het met elkaar eens?