Introductie: The sun shines brighter than our future!

In dit thema wil de vriendengroep meer leren over het weer en het klimaat. Leila reist graag met haar ouders en heeft verschillende landen op verschillende continenten bezocht. Ze is erg geïnteresseerd in het ontdekken van verschillende landen en wil op deze manier haar wereld verbreden.

Als ze reist, hecht ze ook veel belang aan de temperaturen en het klimaat van het land dat ze gaat bezoeken. Het liefst reist ze naar een warm land, waar de zon schijnt, maar dat is natuurlijk niet overal het geval. Ze had graag willen weten waarom er verschillende klimaten zijn en waar we die voornamelijk kunnen vinden. Dit zullen we samen met Leila in dit lesonderdeel ontdekken.

Waarom leren we iets over het klimaat?

Overal ter wereld is het weer anders en hebben we ook te maken met verschillende klimaten. Van woestijnen tot regenwouden: er zijn heel wat verschillende landschappen op onze planeet, elk met hun eigen typische planten en dieren. Deze rijkdom is vooral te danken aan de verschillende klimaten die op aarde voorkomen. Het weer België is doorgaans normaal en heeft het een gematigd zeeklimaat waardoor we te maken hebben met zachte winters en zachte zomers. In Colombia blijft het weer meestal het hele jaar hetzelfde, er is sprake van een lenteklimaat voor een hele jaar.

Maar hoe komt het dat er overal een ander klimaat heerst? Wat zijn hun kenmerken, welke extreme klimaten komen ervoor op de wereld, etc. Deze en nog veel meer vragen zullen we samen met Leila tijdens deze les beantwoorden.

Wat gaan we juist leren?

Hieronder vinden jullie een beknopt overzicht van wat jullie gaan leren.

Deel 1: Het weer

Deel 2: Het klimaat

Hoe gaan we dat leren?

Met behulp van deze Wikiwijs-lesmodule leer je theorie door middel van verwerking en huiswerk. Huiswerk wordt individueel gemaakt en vervolgens naar de e-mail van de leerkracht gestuurd, deze worden beoordeeld op punten. De verwerkingsopdrachten worden verbeterd in de klas.

Leerplandoelen:

LPD 1 Onder begeleiding en in concrete situaties relevante en toegankelijke informatie vinden en selecteren uit: • gesproken teksten; • geschreven teksten; • beeldmateriaal; • ICT-bronnen; • tabellen, grafieken, diagrammen en kaarten.

LPD 25 Onder begeleiding toepassingen en elementen uit de eigen leefwereld in verband brengen met natuurwetenschappelijke verschijnselen zoals: