Buiten de afmetingen (hoogte en breedte) van radiatoren wordt de capaciteit (hoeveelheid warmte die de radiator kan afstaan), bepaald door de constructie van de radiator.
Bij de getallen waarmee de typen worden aangeduid, 10, 21 etc. staat het eerste getal voor het aantal platen en het 2e getal voor het aantal convectoren (de dunne gebogen plaatsje aan de binnen- of achtzijde van de radiatoren.
Een type 10 radiator heeft 1 plaat maar geen convector.
Een type 11 radiator heeft 1 plaat en 1 convector.
Een type 20 radiator heeft 2 platen maar geen convector.
Een type 21 radiator heeft 2 platen en 1 convector.
Een type 22 radiator heeft 2 platen en 2 convectoren.
Een type 33 radiator heeft 3 platen en 3 convectoren.
Ook bestaan er nog andere typen radiatoren zoals bijvoorbeeld de ledenradiator.
Hoe worden radiatoren gemaakt, https://www.youtube.com/watch?v=qu46-jLwB5M