Stap 5: Convergerende platen

De Alpen

Wanneer twee platen tegen elkaar duwen, noem je dat convergentie. Dit kan op drie manieren gebeuren:


1. Continentale plaat botst met oceanische plaat

Een oceanische plaat is zwaarder dan een continentale plaat.
Daarom schuift de oceanische plaat onder de continentale plaat.
Dit noem je subductie.

In zo’n subductiezone ontstaat een diepe kloof in de zeebodem: een trog.
Langs de rand van de continentale plaat ontstaat vaak een vulkanische bergketen.

 

2. Twee continentale platen botsen

Als twee continentale platen botsen, kan geen van beide onder de ander duiken.
De aardkorst plooit en wordt omhooggeduwd. Zo ontstaan bergen.
Een voorbeeld hiervan is het gebergte de Alpen.

 

3. Twee oceanische platen botsen

Bij een botsing van twee oceanische platen schuift één plaat onder de andere (weer subductie).
Hierdoor ontstaat een onderzees gebergte.
De hoogste toppen kunnen boven het water uitsteken: dat worden eilanden met vulkanen.
Deze liggen vaak in een boog in de oceaan, zoals de eilandenboog van Japan.

 

Lees nu de in de Kennisbank over Botsende platen 1 en Botsende platen 2. Bekijk ook het filmpje in de Kennisbank over plooiingsgebergte.

Plaattektoniek

Gebruik in de oefening opnieuw de afbeeldingen met bewegende aardplaten.