Opgaven 1 t/m 11
1H07.3 Rekenen met verbanden Opgaven 1 t/m 11 ...............................................................
Bekijk het machientje hieronder. Schrijf daarna netjes je berekeningen op.

In het machientje hierboven zie je dat wanneer je iets invoert (x) je dat eerst x2 doet en daarna van het antwoord 1 aftrekt.
- Voer het getal 2 in, bereken de uitkomst.
- Voer het getal 5 in, bereken de uitkomst.
- Voer het getal 9 in, bereken de uitkomst.
- Neem de tabel over in je schrift en vul deze netjes in.

- Teken de boogjes met de stapjes bij je tabel, net als in de vorige paragraaf.
Bekijk het machientje hieronder. Schrijf daarna netjes je berekeningen op.

In dit machientje deel je de invoer (x) eerst door 2, daarna tel je er 6 bij op.
- Voer het getal 8 in, bereken de uitkomst.
- Voer het getal 12 in, bereken de uitkomst.
- Neem de tabel over in je schrift en vul deze netjes in.

- Teken de boogjes met de stapjes bij je tabel, net als in de vorige paragraaf.
Bekijk het machientje hieronder. Schrijf daarna netjes je berekeningen op.

In dit machientje doe je de invoer (x) eerst keer 3 en daarna trek je 2 van het antwoord af.
- Voer het getal 5 in, bereken de uitkomst.
- Voer het getal 11 in, bereken de uitkomst.
- Neem de tabel over in je schrift en vul deze netjes in.

- Teken de boogjes met de stapjes bij je tabel, net als in de vorige paragraaf.
Bekijk het machientje hieronder. Schrijf daarna netjes je berekeningen op.

In dit machientje doe je de invoer (x) eerst keer 5 en daarna trek je 12 van het antwoord af.
- Voer het getal -2 in, bereken de uitkomst.
- Voer het getal 1,5 in, bereken de uitkomst.
- Neem de tabel over in je schrift en vul deze netjes in.

- Teken de boogjes met de stapjes bij je tabel, net als in de vorige paragraaf.
Je kunt natuurlijk ook tabellen invullen wanneer je niet werkt met een machientje maar bijvoorbeeld met een formule

- Voer het getal 2 in, bereken de uitkomst.
- Voer het getal 0 in, bereken de uitkomst.
- Voer het getal -3 in, bereken de uitkomst.
- Neem de tabel over in je schrift en vul deze netjes in.

- Teken ook nu weer de boogjes bij de tabel die je net in je schrift hebt overgenomen en ingevuld wat valt je op?
Je kunt natuurlijk ook tabellen invullen wanneer je niet werkt met een machientje maar bijvoorbeeld met een formule

- Voer het getal 2 in, bereken de uitkomst.
- Voer het getal 0 in, bereken de uitkomst.
- Voer het getal -3 in, bereken de uitkomst.
- Neem de tabel over in je schrift en vul deze netjes in.

- Teken ook nu weer de boogjes bij de tabel die je net in je schrift hebt overgenomen en ingevuld wat valt je op?
Je kunt natuurlijk ook tabellen invullen wanneer je niet werkt met een machientje maar bijvoorbeeld met een formule

- Voer het getal 2 in, bereken de uitkomst.
- Voer het getal 0 in, bereken de uitkomst.
- Voer het getal -3 in, bereken de uitkomst.
- Neem de tabel over in je schrift en vul deze netjes in.

- Teken ook nu weer de boogjes bij de tabel die je net in je schrift hebt overgenomen en ingevuld wat valt je op?
Vul onderstaande tabel in. Gebruik het bijbehorende pijlenschema.


Teken ook nu weer de boogjes bij de tabel die je net in je schrift hebt overgenomen en ingevuld, wat valt je op?
Bekijk het machientje hieronder.

Wanneer je voor x (invoer) het getal 6 invult krijg je de volgende berekening:
6 x 5 - 3 = 27
- Vul nu voor x het getal 2 in, bereken de uitkomst (y). Schrijf ook nu weer je berekening op.
- Vul voor x het getal - 4 in, bereken de uitkomst (y).
- Vul voor x het getal 0 in, bereken y
Bij het machientjesschema uit vraag 1 kan je natuurlijk ook een pijlenschema maken kijk maar.

Vul je voor x het getal 2 in, dan krijg je:

- Vul nu eens het getal 2 in het pijlenschema in, bereken de uitkomst (y)
- Voer het getal -4 in, bereken de uitkomst.
- Voer voor x het getal 0 in, bereken de uitkomst.
En tot slot kun je in plaats van werken met het machientje of de pijlen het natuurlijk ook als een formule opschrijven:
De formule geeft het verband tussen de lengte van de plant boven de grond en het aantal dagen dat de plant groeit weer.
Lengte plant = -3 + 5 x aantal dagen.
- Vul nu eens het getal 2 op de plek van het aantal dagen in, bereken de lengte van de plant.
- Waarom heeft het invullen van het getal -4 nu opeens iets raars?
- Voer voor het aantal dagen (x) het getal 0 in, bereken de lengte van de plant (y).