Formule bij lineaire grafiek

 

Als er tussen twee variabelen een lineair verband is dan:

  • is de grafiek een rechte lijn;
  • is er sprake van regelmaat in de tabel;
  • kun je de formule schrijven in de vorm:
    uitkomst (y) = begingetal + stapgrootte × invoer (x)

 

Bij een verband tussen de tijd (uur) en de prijs (euro) is een grafiek getekend.

De grafiek is een rechte lijn:
er is sprake van een lineair verband tussen de tijd  en de prijs

.

Regelmaat

Bij het lineaire verband tussen de tijd en de prijs is een tabel gemaakt:


In de tabel zie je een regelmaat: als de tijd met 1 toeneemt, neemt de prijs steeds met 20 toe.

Aan deze regelmaat in de tabel kun je zien dat het verband tussen de tijd en de prijs een lineair verband is.

 

Hellingsgetal

Bij het lineaire verband tussen de tijd  t en de prijs  p hoort de formule:

p = 40 + 20⋅t

In de grafiek vind je de getallen 40 en 20 terug.

Het getal 40 geeft aan waar de grafiek de verticale as snijdt.

Het getal 20 is het hellingsgetal (= stapgrootte).
Het hellingsgetal bepaalt hoe steil de grafiek loopt.

 

In plaats van hellingsgetal of stapgrootte wordt ook wel gesproken over de richtingscoëfficiënt.

Drie verschillende namen voor hetzelfde getal!

 

Voorbeeld 1

Bekijk de volgende vier formules:

  1. p = 20⋅t
  2. p = 20⋅t + 20
  3. p = 20⋅t + 40
  4. p = 20⋅t + 60 ­

Iedere formule hoort bij een lineair verband tussen de tijd  t en de prijs  p.

Bij iedere formule is de grafiek getekend.
Je ziet dat de vier grafieken evenwijdig lopen:
van alle formules is het hellingsgetal 20

 

Voorbeeld 2

Bekijk de volgende vier formules:

  1. p = 40 + 20⋅t
  2. p = 40 + 10⋅t
  3. p = 40 - 10⋅t
  4. p = 40 - 20⋅t


Iedere formule hoort bij een lineair verband
tussen de tijd  t en de prijs  p.

Bij iedere formule is de grafiek getekend.

Alle vier de grafieken snijden de verticale as in het punt (0,40).

In alle vier de formules is het begingetal 40