Opgaven

1H07.6, opaven 1 t/m 3 ........................................................................................

  Vul de juiste woordjes in.

 

Bekijk de grafiek hiernaast.

Zoals je kunt zien is deze grafiek een rechte lijn. Er hoort dus een lineaire formule bij.

  1. Noteer het schema dat hoort bij het maken van een lineaire formule in je schrift.
  2. Kijk nu eens goed naar de y-as. Zet de variabele die hoort bij de y-as op de goede plek in je schema.
  3. Kijk dan nu naar de x-as. Zet de variabele die hoort bij de x-as op de goede plek in je schema.

 

 

 

  Variabele invullen

Bekijk de grafiek hiernaast. Zoals je kunt zien is deze grafiek een rechte lijn. Er hoort dus een lineaire formule bij.

  1. Noteer het schema dat hoort bij het maken van een lineaire formule in je schrift en vul direct de goede variabele in.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

  y-variabele en x-variabele

 

Bekijk de grafiek hiernaast. Zoals je kunt zien is deze grafiek een rechte lijn. Er hoort dus een lineaire formule bij.

Noteer het schema dat hoort bij het maken van een lineaire formule in je schrift en vul direct de goede variabelen in.

1H07.6 Opgaven 4 t/m 6 ............................................................................

 

 

  Aflezen begingetal

 

Bekijk de grafiek hiernaast. Zoals je kunt zien is deze grafiek een rechte lijn. Er hoort dus een lineaire formule bij.
Klik, zo nodig, op de grafiek voor een grotere weergave.

  1. Noteer het schema dat hoort bij het maken van een lineaire formule in je schrift en vul direct de goede variabelen in.
  2. Kijk nu op de x-as bij het getal nul. Dus daar waar de grafiek (de lijn) de y-as snijdt.
    Vul het getal waar de grafiek de y-as snijdt op de goede plek in je schema in.

 

 

 

  Variabelen en begingetal

 


Bekijk de grafiek hiernaast. Zoals je kunt zien is deze grafiek een rechte lijn. Er hoort dus een lineaire formule bij.
Klik, zo nodig, op de grafiek voor een grotere weergave.

Noteer het schema dat hoort bij het maken van een lineaire formule in je schrift en vul direct de goede variabelen en het begingetal in

 

 

 

 

 

  Maak de juiste combinaties

Hieronder zie je drie grafieken (A, B en C).
Er staan hier ook drie (begin)getallen. Zoek het juiste begingetal bij de juiste grafiek.

Noteer de juiste combinaties in je schrift.
Bijvoorbeeld: A - I , B - II, enz...

A B C

Begingetallen: I: 3     II: 140     III: 40    IV: 18     V: 2,5     VII: 16