1 |
2 |
Allerlei antwoorden zijn mogelijk. Zolang er maar een oorzaak gevolg is.
Voorbeelden:
3 |
4 |
Variabele | begingetal | regelmaat | |
A. | Inhoud en tijd | 150 | 50 |
B. | Tijd en afstand | 250 | 80 |
C. | Tijd en verdiensten | 70 | 2,50 |
D. | Tijd en dozen | 900* | 250 |
* 900 want 1500 - 600 = 900 Zoveel moet hij er nog
5 |
6 |
Tabel 1: Dalen met een luchtballon.
Regelmatige afnamen. Neemt de tijd met één toe, dan neemt de hoogte met 80 af.
Tabel 2: Gitaarlessen.
Regelmatige toenamen. Nemen de lessen met één toe, dan nemen de kosten met 15 toe.
Tabel 3: Vliegreis.
Geen regelmaat, de stapjes worden niet gelijk.
7 |
A. Regelmatige toename. | D. Regelmatige afname |
B. Regelmatige afname | E. Geen regelmaat. |
C. Geen regelmaat. | F. Regelmatige toename. |
8 |
9 |
10 |
11 |
Tabel 1 is regelmatig, de stapgrootte is: = 7
Tabel 2 is niet regelmatig!
Tabel 3 is regelmatig, de stapgrootte is: = -10
Tabel 4 is niet regelmatig!
Tabel 5 is regelmatig, de stapgrootte is: = 5,
= 5 en
= 5 alle uitkomsten zijn gelijk
Tabel 5 is regelmatig, de stapgrootte is: = 2