Opgaven 1 t/m 3

1H07.2 Opgaven1 t/m 3 ............................................................................................

  Hoe-hoe zinnen.

Bij een verband kun je vaak een ‘Hoe-hoe-zin’ maken.

Vul in:

 

  Hoe-hoe zinnen bedenken

Bedenk zelf eens drie hoe-hoe zinnen. Dus:

Hoe later ik op sta, hoe ...

Hoe ..

 

  Variabele in een hoe-hoe zin.

Zinnen zoals hieronder kom je bijna dagelijks tegen.

  1. Hoe meer uur je werkt, hoe meer je verdient.
  2. Hoe langer je slaapt, hoe beter je bent uitgerust.
  3. Hoe langer je fietst, hoe dichter je bij huis komt.
  4. Hoe meer uur je televisie kijkt, hoe minder uur je aan je huiswerk kunt besteden.

Elk van deze zinnen geeft een verband tussen twee variabelen weer.