1H07.2 Opgave 4 ........................................................................................
Noteer van onderstaande situatie telkens de:
Variabele, het begingetal en de regelmaat.
Je kunt dit overzichtelijk in een tabel weergeven:
|
Variabele |
begingetal |
regelmaat |
A. |
|
|
|
B. |
|
|
|
... |
|
|
|

- Je trekt de stop van het bad eruit. In het bad zat 150 liter water. Elke minuut loopt er 50 liter water weg.
- Van Rotterdam naar Groningen is het 250 km rijden. Een auto kan gemiddeld 80 km/u rijden. Hoe lang duurt de reis van Rotterdam naar Groningen?
- Jochem spaart voor een nieuwe spelcomputer. Hij moet nog €70,- bij elkaar sparen, daarom werkt hij in de supermarkt. Per uur verdient hij daar €2,50 mee. Hoeveel uur moet Jochem nu werken om de spelcomputer te kunnen kopen?
- In een zeecontainer passen 1500 dozen. Er staan al 600 dozen in. Per uur kan een werknemer 250 dozen in de container zetten. Hoeveel uur moet de werknemer nu werken om de container te vullen?