Soms wil je de richting van een kracht veranderen. Als je bijvoorbeeld een zware stoel moet optillen, lukt dat soms niet als je gewoon de stoel vastpakt en omhoog trekt, maar wel als je een touw over een katrol slaat (zie het plaatje). Een katrol is niets meer dan een wieltje. Je kunt dan ineens naar beneden trekken. Dan kun je bovendien je eigen gewicht mee laten helpen.
Dit filmpje legt het nog een beetje uit: https://schooltv.nl/video/takels-en-katrollen-hulpmiddelen-om-zware-voorwerpen-gemakkelijk-op-te-tillen/
En dit filmpje doet het wat uitgebreider: https://www.youtube.com/watch?v=jz-Oz1LzSF0
Bij een enkele, vaste katrol verandert dus alleen de richting van de kracht, maar niet de grootte. Ook hierbij is er evenwicht van krachten.
Bij een combinatie van een vaste en een of meer losse katrollen (takels noemen we die combinatie) verandert ook de grootte van de kracht. Met twee katrollen wordt de benodigde kracht gehalveerd; bij drie katrollen tot een derde teruggebracht enzovoort. Maar bij een dubbele katrol moet je wel twee keer zoveel touw binnenhalen; twee keer zoveel afstand afleggen als het ware. Bij een driedubbele katrol moet je drie keer zoveel touw door je handen laten gaan, enzovoort. Net als bij de hefboom dus: wat je wint aan kracht, verlies je aan afstand. Dat betekent hier dus: als je de kracht met de takel x keer vergroot, moet je ook x keer meer touw door je handen laten gaan.