|
Als je alle examenstof hebt geleerd kun je:
|
De begrippen die je bij dit concept in ieder geval moet kennen luiden als volgt:
|
Onderwerpen en begrippen |
Dit weet ik |
|
betalingsbereidheid, (maximale) prijs |
|
| individuele vraaglijn, collectieve vraaglijn, paralle verschuivingen | |
| prijselasticiteit, segmentelasticiteit, prijsverandering | |
| inkomenselasticiteit, segmentelasticiteit, relatieve verandering, inkomensverandering | |
|
inferieure goederen, normale goederen, luxe goederen |
|
|
substitueerbaarheid, complementariteit van goederen, kruislingse elasticiteit |
|
|
individuele aanbodlijn, collectieve aanbodlijn |
|
| productiefactoren, technische ontwikkeling, aanta aanbieders | |
|
heffingen, subsidie |
|
|
afzet, opbrengst |
|
|
totale kosten, vaste/constante kosten, variabele kosten |
|
| gemiddelde kosten, marginale kosten | |
| opbrengst, kosten, gemiddelde winst, totale winst, maximale winst | |
|
break-even-afzet |
|
|
marginale opbrengst |
|
|
marktevenwicht, evenwichtsprijs, coördinatiemechanisme |
|
|
mededinging, concurrentie |
|
| volledige mededinging/ volkomen concurrentie, monopolistische concurrentie, oligopolie, monopolie, heterogeniteit, homogeniteit | |
|
prijsdiscriminatie |
|
|
consumentensurplus, producentensurplus, totale surplus |
|
|
doelmatigheid, economische uitkomst, Pareto efficiënt |
|
|
Harberger-driehoek, dead weight loss |
|
|
prijsdiscriminatie, overheidsingrijpen |
|
|
prijsregulering, minimumprijzen, maximumprijzen |
|
|
octrooien, patenten, marktgedrag, marktresultaat |