|
Als je alle examenstof hebt geleerd kun je: problemen oplossen waarin verbanden tussen variabelen een rol spelen |
De begrippen die je bij dit concept in ieder geval moet kennen luiden als volgt:
|
Onderwerpen en begrippen |
Dit weet ik |
|
lineair verband, tabel, grafiek |
|
|
assenstelsel, woordformule, variabelen |
|
|
regelmatigheden, grootste waarde, kleinste waarde |
|
|
verloop van een grafiek, minima, maxima, stijgend, dalend, snijpunt, coordinaten |
|
|
uitvoervariabele |
|
|
verwoording, voorstellingsvormen |
|