Er zijn verschillende systemen om te ventileren.
Systeem A, B, C en D.
Ze worden kort toegelicht.
“Natuurlijke toevoer met Natuurlijke afvoer”
Systeem A, het natuurlijk toevoeren en afvoeren van lucht. Deze manier van ventileren is geheel afhankelijk van de windkracht (druk) op de gevel en standen van de muur- raam- of deurroosters. In de praktijk zien we, met name in de (koude) winterperiode, dat het grootste deel van de mensen met een Systeem A de roosters gedeeltelijk of zelfs helemaal afsluiten. Op deze manier vindt er nauwelijks tot geen ventilatie meer plaats. De positieve gevolgen zijn dat er geen warmte verloren gaat, maar zullen niet opwegen tegen de negatieve gevolgen zoals het inademen van vervuilde lucht, concentratieproblemen, slecht slapen, hoofdpijn, droge tot branderige ogen et cetera.
“Mechanische toevoer met Natuurlijke afvoer”
Systeem B, een ventilatiemethode waarbij lucht via overdruk naar buiten wordt gestuwd. De toegevoerde lucht wordt door middel van een (mechanische) ventilator de woning ingeblazen. De vaak koudere buitenlucht wordt via het kanalenstelsel verspreid en komt uit in ruimtes zoals een slaapkamer, woonkamer, keuken, badkamer, toilet et cetera. Door een grotere overdruk dan buiten te creëren zal de lucht naar buiten worden geperst door raam- of muurroosters.
“Natuurlijke toevoer met Mechanische afvoer”
Systeem C, een ventilatiemethode waarbij lucht via onderdruk middels raamroosters de woning inkomt. De onderdruk wordt veroorzaakt door de afzuiging van het mechanisch apparaat. De afzuigpunten worden standaard geplaatst in natte ruimtes. Denk hierbij aan het toilet, badkamer, berging en keuken. De raam- of wandroosters voor de natuurlijke toevoer zijn vaak terug te vinden in leefruimtes, zoals slaapkamers, keuken en woonkamer. De lucht zal via overstroom* van de leefruimte naar een natte ruimte gaan.
“Balansventilatie met warmteterugwinning op basis van Mechanische toevoer en afvoer”
Systeem D, een ventilatiemethode waarbij warmte uit de lucht teruggewonnen wordt. Het principe is als volgt: de lucht wordt in de zogeheten “verblijfruimtes” toegevoerd en in “natte ruimtes” afgevoerd. Deze lucht komt door de warmtewisselaar en wordt hergebruikt. De teruggewonnen warmte wordt hierna gemengd met de verse lucht van buiten. De opgewarmde en gefilterde lucht zal vervolgens weer in de leefruimtes via de toevoerventielen de woning ingeblazen worden. Het D systeem is te onderscheiden door vier aansluitingen. Twee aansluitingen gaan naar buiten (aanzuig en uitblaas) en twee naar binnen (toevoer en retour) van lucht.