Theorie

Je hebt in de vorige opdracht kunnen zien dat je extra informatie kan geven aan woorden door er een extra woord voor te zetten. Dit doe je door het noemen van een bijzonderheid, kenmerk of eigenschap van dat woord. → De rode jas

 

Die extra woorden worden bijvoeglijke naamwoorden genoemd. Door het toevoegen van deze woorden, worden zinnen en teksten leuker om te lezen en krijg je meer informatie.

Over die bijvoeglijke naamwoorden gaan we het de komende lessen hebben.

Je mag zometeen zelf aan de slag met de uitleg over het onderwerp, maar eerst maak je in tweetallen (met je buurman/buurvrouw) opdrachten over andere grammatica. Dan kunnen we zien wat jullie nog weten over de onderwerpen die in de vorige lessen behandeld zijn.

 

Zijn jullie daarmee klaar? Begin dan met het bekijken van de theorie over bijvoeglijke naamwoorden.

Voor deze theorie kun je kiezen uit verschillende soorten:

- De gewone theorie

- De theorie met filmpjes

- Nog meer uitleg