Begin jaren 60 ontwikkelden wetenschappers een stof die ervoor zorgde dat vrouwen niet zwanger konden worden. Hiermee maakten ze de eerste anticonceptiepil. Meisjes en vrouwen hoefden met de pil niet bang te zijn om zwanger te raken. Dankzij de pil konden vrouwen zelf bepalen of en wanneer ze zwanger wilden worden. Dat gaf hen de macht om zelf te kiezen voor of tegen de rol van moeder en huisvrouw. Ze konden het krijgen van kinderen uitstellen en buitenshuis blijven werken, ook als ze een levenspartner hadden.
Het was een belangrijke stap in de strijd voor gelijke behandeling van vrouwen en mannen, voor gelijkwaardigheid. En er was wat dat betreft nog heel wat recht te zetten. Vrouwen in Nederland werden op allerlei manieren achtergesteld. Dit streven naar gelijkwaardigheid, in dit geval tussen mannen en vrouwen, noemen we emancipatie.
Dat vrouwen opkomen voor hun rechten is niet nieuw. Aan het eind van de 19e en het begin van de 20e eeuw streden vrouwen voor kiesrecht en voor het recht om hoger onderwijs te mogen volgen. Die beweging staat bekend als de eerste feministische golf. De emancipatiebeweging die vanaf de jaren 60 op kwam is de tweede feministische golf. En nu ging het om andere zaken.
Welke zaken dat waren zie je in de video:
Nog een Dolle-Mina-actie: Op 14 maart 1970 drongen vrouwen van Dolle Mina in Utrecht een gebouw binnen waar vrouwenartsen een congres hielden. Enkele van die vrouwen lieten hun buik zien met daarop de tekst “Baas in eigen buik” (zie afbeelding).
Met deze actie zette Dolle Mina één van haar eisen kracht bij: abortus moest in Nederland bij wet worden toegestaan. In Engeland was abortus al vanaf 1967 mogelijk, in Nederland was het nog verboden. Nederlandse vrouwen die een abortus wilden moesten daarvoor naar Engeland.