oefenen

Je hebt inmiddels de theorie over werkwoordspelling gelezen, het instructiefilmpje bekeken waardoor je nu weet hoe je zwakke en sterke werkwoorden moet spellen. In de volgende opdrachten ga je hiermee oefenen om het echt goed onder de knie te krijgen.

Werk alle opdrachten hieronder af. Je kunt ze zo vaak herhalen als je wilt! Gaan de opdrachten je gemakkelijk af? Maak dan de opdracht met het sterretje (*). Vind je het nog lastig? Maak dan de opdracht met het plusje (+).

 

Als je ze allemaal hebt gemaakt en je denkt het goed onder de knie te hebben, dan mag je 'Test jezelf!' maken.