Routeplanner

Deze routeplanner kun je gebruiken om te kijken welke opdrachten je per week moet afronden, zodat je op tijd klaar bent voor de praktische opdracht.

Let op: het is van groot belang dat je alle opdrachten maakt, omdat je dan oefent met de stof en dit zorgt ervoor dat je een goede praktische opdracht kunt maken.

In de onderstaande tabel zie je welke onderdelen je per week moet maken om je goed te kunnen voorbereiden. Laat jouw leren zien door het inleveren van opdrachten uit de onderdelen in Seesaw

Je mag er natuurlijk ook altijd voor kiezen om "een eigen route" te maken, mits deze voldoet aan de leerdoelen die je in Egodact kunt vinden, natuurlijk altijd in overleg met mevrouw van Leeuwen.

Kijk voordat je jouw opdracht inlevert goed of jouw post voldoet aan de eisen die wij hieraan hebben gesteld.

 

Het is aan te raden om door te werken als je denkt dat je sneller bent. Je hebt hierdoor meer tijd over om je verslag te maken.

Week Data HUISWERK BloX Laat jouw leren zien in Seesaw
       

 

1 8 - 12 januari Module Wereldburger
Economie en Milieu
Duurzaamheid

INTRO QUEST

+

Vragen over modules beantwoorden en kernpunten

 

2 15 - 19 januari


Produceren en Milieu
Module MVO
Overheid en Milieu
De donuteconomie

Vragen over modules beantwoorden en kernpunten  
3 22 - 26 januari Praktische opdracht Individuele begeleiding  
4 29 - 2 februari Praktische opdracht Individuele begeleiding  
5 5 - 9 februari

Praktische opdracht

Individuele begeleiding  
6 13 - 17 februari

Praktische opdracht

Individuele begeleiding

13 februari PO inleveren

 

 

 

Leerjaar

Periode

Exameneenheid

SE/CE

Toetsvorm

Weging

Herkansbaar

3.

5.

EC/K8 en V2

SE

Praktische opdracht

15%

Nee

Natuur en milieu De kandidaat heeft inzicht in de samenhang tussen consumptie, productie en het milieu, en kan aan de hand van voorbeelden op het gebied van milieuschade de rol van overheid, maatschappelijke organisaties en individuele personen beschrijven.

 

Eindtermen Exameneenheid EC/V/2 Verwerven, verwerken en verstrekken van informatie. De kandidaat kan zelfstandig informatie verwerven, verwerken en verstrekken in het kader van het sectorwerkstuk.

Eindtermen Exameneenheid EC/K/8: Natuur en milieu De kandidaat heeft inzicht in de samenhang tussen consumptie, productie en het milieu, en kan aan de hand van voorbeelden op het gebied van milieuschade de rol van overheid, maatschappelijke organisaties en individuele personen beschrijven.

EC/K/8 Natuur en milieu toelichting op eindterm

1 01.01:

 factoren die de groei van de consumptie bepalen zijn bijvoorbeeld bevolkingsgroei, inkomen, productie.

01.02:

 factoren die de groei van de productie bepalen zijn bijvoorbeeld bevolkingsgroei, technische ontwikkeling, arbeidsproductiviteit, scholingsniveau en opleidingsniveau.

01.03:

 de wederzijdse samenhang tussen de groei van de consumptie en de groei van de productie: de middelen die in behoeften voorzien, moeten geproduceerd worden.

01.04:

 nadelige gevolgen van een groei van de productie voor het milieu zijn bijvoorbeeld: meer verbruik van grondstoffen, meer vervuiling, meer afval.

toelichting op eindterm 2 02

 de oorzaken van milieuschade zijn bijvoorbeeld:

- de productie en de consumptie leggen beslag op schaarse grondstoffen (waaronder energie);

- de productie en de consumptie kunnen leiden tot vervuiling van lucht, water en bodem (o.a. door afvalstoffen).

 uit het oogpunt van hun concurrentiepositie hebben bedrijven belang bij een verkoopprijs waarin de milieuschade niet is verdisconteerd;

 de gevolgen van milieuschade zijn bijvoorbeeld uitsterving van planten- en diersoorten, schaarser worden van grondstoffen, vervuiling van de natuurlijke hulpbronnen;

 de productie en de consumptie kunnen positieve of negatieve bijwerkingen hebben, die worden ondervonden door anderen dan degenen die ze hebben veroorzaakt.

02.01:

 milieuschade is maar voor een deel in geld uit te drukken, een (groot) deel van de milieuschade is niet direct zichtbaar en wordt naar de toekomst verschoven;

 er is een verschil tussen bedrijfskosten (onderdeel van de verkoopprijs) en maatschappelijke kosten/ opbrengsten (niet in de verkoopprijs opgenomen);

 de maatschappelijke kosten/ opbrengsten zijn soms moeilijk of in het geheel niet in geld uit te drukken;

 het voorkómen van milieuschade is voor de samenleving veelal goedkoper dan het produceren met milieuschade en correctie achteraf;

 diervriendelijk tegenover dieronvriendelijk produceren;

 eko- en andere milieukenmerken;

 biologische productiewijze.

02.02:

 de rol van de kandidaat in relatie tot het milieu:

- het veroorzaken van milieuschade als consument en als producent;

- het beperken van milieuschade door bewust gedrag als consument en als producent.

toelichting op eindterm 3 03:

 de mogelijkheden die de overheid heeft om milieuschade te voorkomen of te bestrijden:

- stimuleren van milieuvriendelijke productie (c.q. het beperken van productie die milieuschade veroorzaakt) door subsidies en heffingen;

- bevorderen van gedrags- en mentaliteitsverandering door het geven van voorlichting (postbus 51);

- treffen van maatregelen op het gebied van: bijvoorbeeld milieugevaarlijke stoffen, verontreiniging oppervlaktewater, luchtverontreiniging, geluidshinder, bodembescherming;

- hergebruik; verschil tussen hergebruik en recycling;

- de rol van milieuorganisaties (van deze organisaties, het globale doel en de groep waarop de organisatie zich richt);

- de rol van individuele personen: bijvoorbeeld afval gescheiden inleveren voor recycling, statiegeld, consumptiegedrag;

- de noodzaak van internationale samenwerking bij de oplossing van het milieuprobleem (zie EC/K/7 2.04)