Taalbarrières voor immigranten en NT2 leerlingen

Taalbarrières voor immigranten en NT2 leerlingen in Nederland

Door verschillen in etniciteit in Nederland hebben de meeste immigranten een andere moedertaal dan Nederlands. Het leren van de Nederlandse taal blijkt vaak een struikelblok voor veel immigranten en NT2 leerlingen op het moment dat ze willen integreren in de Nederlandse maatschappij. In 2011 schrijft het Parool dat de Raad voor Maatschappelijke Ontwikkeling (RMO) een advies uitgesproken aan de minister van immigratie en asiel dat het niet verplicht moet zijn voor immigranten om de Nederlandse taal te beheersen, tenzij ze in hun werk met Nederlands moeten communiceren. Het gaat de RMO er vooral om dat in Nederland de negatieve toon wordt losgelaten over het leren van de Nederlandse taal en dat er gekeken wordt naar de mogelijkheden hoe deze mensen goed kunnen ingezet in de maatschappij, ook zonder beheersing van de Nederlandse taal. Ter indicatie is in de onderstaande afbeelding weergegeven hoe de beheersing van de Nederlandse taal is onder Turkse, Marokkaanse, Surinaamse en Antilliaanse Nederlanders.

(Centraal Bureau voor de Statistiek, 2008)

Uiteraard is dit geen weerspiegeling van alle afkomsten die in Nederland onderwijs genieten, maar is het wel de eis dat de NT2 leerlingen de Nederlandse taal gaan beheersen. Waarom gebeurt dat eigenlijk? In een onderzoek van Kootstra (2019) concludeert hij dat het in Nederland van belang is dat het noodzakelijk blijkt om de Nederlandse taal op A2-niveau te beheersen, om uiteindelijk in te burgeren en tot slagen te komen op de arbeidsmarkt. Doordat de NT2 docent geen beschermd beroep is in Nederland, blijkt de kwaliteit van opleidingen vaak te variëren. Hierdoor heeft niet elke immigrant of NT2 leerling een eerlijke kans om de Nederlandse taal te beheersen. In het volwassen onderwijs komt dit vooral naar voren. In de middelbare school leeftijd hebben docenten wel een bevoegdheid Nederlands of Pabo in hun bezit. Dit kan ervoor zorgen dat de kwaliteit bij deze doelgroep voor elkaar is.

Gaat er dan helemaal niets goed in Nederland? Gelukkig wel en zo hebben leerlingen die onder de leerplichtleeftijd vallen altijd recht op onderwijs vanuit een internationale schakelklas of een taalschool om tot dit benoemde niveau te komen. In Hardenberg komen de leerlingen in de leeftijd van de middelbare schoolleeftijd of MBO leeftijd binnen op de taalschool. Deze school werkt nauw samen met de middelbare scholen in omgeving en het Alfa college om de doorstroom zo vlekkeloos mogelijk te laten verlopen richting regulier onderwijs voor deze leerling. Nadat er dus is voldaan aan de eisen zoals Kootstra (2019) ze omschrijft, kunnen de leerlingen doorstromen naar het reguliere onderwijs of naar een opleiding op het MBO. Zo zijn er prachtige voorbeelden geeft Atie Wessels in een gesprek aan. De zorgcoördinator en NT2 begeleider van de Nieuwe Veste Hardenberg geeft als voorbeeld dat een leerling bij haar in 1 basiskader is begonnen en volgend jaar VWO examen gaat doen.

Wat werkt er dan voor deze leerlingen? Wessels geeft aan dat het van belang is dat de intrinsieke motivatie goed moet zijn en dat de wil vanuit de leerling zelf moet komen. Doordat als basis te zien en aan de slag te gaan, kunnen NT2 leerlingen ver komen en uiteindelijk hun talenten benutten. De houding van de docent is wel van belang dat er in oplossingen wordt gedacht en voor deze leerlingen een stapje extra wil zetten (Bannink, 2019).

Uiteindelijk is het belangrijk in Nederland dat kansen worden benut om gelijkheid te creëren. De kansen die NT2 leerlingen aangereikt krijgen, zoals in de regio Hardenberg, blijven benutten. Door vanuit een intrinsieke motivatie aan de slag te gaan, zijn er mogelijkheden in het ontwikkelen van talenten voor immigranten en NT2 leerlingen.