Antwoorden hoofdstuk 1

Opdracht 1

  1. De informatie van de erfelijke eigenschappen bevindt zich in de chromosomen.
  2. Het fenotype van een organisme wordt gevormd door de zichtbare eigenschappen. Het is ook wel het uiterlijk van het organisme.
  3. Het genotype van een organisme is het totaal aan erfelijke eigenschappen van dat organisme.
  4. In de afbeelding is het fenotype niet zichtbaar.
  5. In de afbeelding is het genotype zichtbaar.

Opdracht 2

  1. Niet alle eigenschappen van een organisme zijn erfelijk.
  2. Als een meisje met sluik haar krullen laat zetten, veranderd het fenotype wel maar het genotype blijft hetzelfde.
  3. Dit kind zal niet de eigenschap krullen erven.
  4. Als bij een eik enkele takken afbreken, veranderd het fenotype wel maar het genotype blijft hetzelfde.
  5. Het fenotype van een organisme komt tot stand door het genotype en door invloeden uit het milieu.

Opdracht 3

In de kolom voor erfelijke eigenschappen moet staan:

In de kolom voor niet-erfelijke eigenschappen moet staan: