Antwoorden hoofdstuk 9

Opdracht 31

  1. P = XBXb x XBY- en de geslachtscellen zijn XB of Xb en XB of Y-.                                                           F1 = 
  2. Als een dochter geboren wordt, is de kans op kleurenblindheid 0%.
  3. Als een zoon geboren wordt, is de kans op kleurenblindheid 50%.

Opdracht 32

  1. Kruising

    Genotypen ouders

    Kleurenblind kind

    Moeder

    Vader

    Dochter

    Zoon

    1

    XBXB

    XBY-

    0%

    0%

    2

    XBXB

    XbY-

    0%

    0%

    3

    XBXb

    XBY-

    0%

    50%

    4

    XBXb

    XbY-

    50%

    50%

    5

    XbXb

    XBY-

    0%

    100%

    6

    XbXb

    XbY-

    100%

    100%

  2. Bij de kruisingen 3 en 5 is de kans op een kleurenblind kind groter, als een zoon geboren wordt dan als een dochter wordt geboren. Een kleurenblind jongetje kan al worden geboren als de moeder draagster is. De moeder en vader hoeven dan niet kleurenblind te zijn. Een kleurenblind meisje moet een moeder hebben die minstens draagster is en bovendien een kleurenblinde vader. De kans hierop is natuurlijk veel kleiner.
  3. Als een kleurenblind jongetje geboren wordt, hoeft de vader niet kleurenblind te zijn. De moeder hoeft ook niet kleurenblind te zijn, maar wel draagster.
  4. Als een kleurenblind meisje geboren wordt, is de vader zeker kleurenblind. De moeder hoeft niet kleurenblind te zijn, maar wel draagster.