Antwoorden hoofdstuk 1
Opdracht 1
- De informatie van de erfelijke eigenschappen bevindt zich in de chromosomen.
- Het fenotype van een organisme wordt gevormd door de zichtbare eigenschappen. Het is ook wel het uiterlijk van het organisme.
- Het genotype van een organisme is het totaal aan erfelijke eigenschappen van dat organisme.
- In de afbeelding is het fenotype niet zichtbaar.
- In de afbeelding is het genotype zichtbaar.
Opdracht 2
- Niet alle eigenschappen van een organisme zijn erfelijk.
- Als een meisje met sluik haar krullen laat zetten, veranderd het fenotype wel maar het genotype blijft hetzelfde.
- Dit kind zal niet de eigenschap krullen erven.
- Als bij een eik enkele takken afbreken, veranderd het fenotype wel maar het genotype blijft hetzelfde.
- Het fenotype van een organisme komt tot stand door het genotype en door invloeden uit het milieu.
Opdracht 3
In de kolom voor erfelijke eigenschappen moet staan:
- Krullend haar vanaf de geboorte
- Een wipneus
- Blauwe ogen
- Rode bloemen
- Behaarde bladeren
- Bladeren met stekels
In de kolom voor niet-erfelijke eigenschappen moet staan:
- Krullend haar door permanent
- Kort haar
- Geverfde nagels
- Een litteken
- Bladeren die slap hangen
- Bladeren die naar het licht zijn gericht