Kunsthistorische aspecten

Een typisch Victoriaans front in spatial design, waarbij slechts de onderkas in hout is uitgevoerd en dak en achterwand van de eigenlijke kas volledig ontbreken. De sprekende frontpijpen zijn in een drietal velden opgesteld met achtereenvolgens Gis, C en G van de Open Diapason 8' als grootste pijpen in het midden. De buitenvelden worden elk overhoeks geflankeerd door een viertal loze metalen pijpen van gelijke lengte maar met oplopend labiumformaat. In aansluiting daarop is in beide zijfronten het houten pijpwerk van C-H plus c-cis van Bourdon 16' opgesteld met eveneens de grootste exemplaren (C en Cis) in het midden. De velden worden niet door frontstijlen van elkaar gescheiden; wel wordt de drieledige veldindeling aan de voorzijde geaccentueerd door geprofileerde consolelijsten in de holronde krans. De onderkas is van eenvoudig paneelwerk met geschuinde profielen voorzien. In de kranslijst is een firmasignatuur met jaartal opgenomen. De geschilderde sjabloondecoratie van de frontpijpen is bijzonder levendig: elke pijp is van een drietal gestileerde bloemfiguren voorzien, achtereenvolgens op het labium en onder en boven een geschilderde blauwe pijpenband. Ook de pijpuiteinden zijn van een sjabloondecoratie voorzien. De contourwerking van de pijpdecoraties volgt de conform de corpuslengten oplopende voet- en labiumhoogten.

 

Literatuur

Frans Grims, Ruim twee eeuwen orgelklanken in Leiderdorp. Leiderdorp, 2005, 156-168.