Introductie- 10 minuten
Zet de Beebot op de tafel (of de grond) in het midden van de kring, op de transparante mat waar de kaarten al in zitten.
Introduceer het onderwerp/ lesdoel (van de kaarten die in de mat zitten, bijvoorbeeld telreeks tot 10), zoals je dat normaal gesproken ook zou doen. Oefen kort met het lesdoel.
Vertel dat jullie dit keer gaan oefenen, samen met de Beebot. Doe een paar opdrachten samen waarbij een kind de Beebot programmeert naar de juiste kaart. Indien de kinderen vaardig genoeg zijn, leer je ze werken met de pauzeknop (zie differentiatie).