Voorbeeld: In de kantine op de middelbare school mag er alleen gezond eten worden verkocht.
We hebben nu alle informatie verzameld. Nu kunnen we uit deze informatie onze argumenten opstellen. We gaan nu onze 'tegen'-argumenten opstellen.
1. We halen als eerst onze verzamelde informatie voor ons.
'Koffie en gevulde koeken sleepten mij door de middelbare school, roze op de havo en gevulde op ’t atheneum. De zuidelijke journalistenschool, waar mijn pennetje werd geslepen, had niet eens een kantine, alleen koffieautomaten. Kom daar nog maar eens om; de jeugd van tegenwoordig is door haar ouders verwend. Vette happen wil ze, patat en frikadellen, en die krijgt ze ook nog op de scholen van Nederland.'
'De belangrijkste aankoopmotieven voor deze generatie zijn ‘lekker’ (93,6%), ‘goedkoop’ (56,9%), ‘gemak’ (54,6%) en gezond (35,2%).Overall concluderen we dat Generatie Z past in de categorie ‘passie’: eten is vooral een sociale gebeurtenis.'
2. In deze informatie zoeken we de redenen waarmee we kunnen onderbouwen dat we het oneens zijn met de stelling.
Argument 1: Lekker, ongezonde snacks helpen leerlingen door hun schooltijd heen.
Argument 2: Leerlingen kopen eten onder het mom van lekker, goedkoop en gemakkelijk. Gezond eten is vaak duurder en kost meer moeite om te maken.
Argument 3: Leerlingen vinden eten een sociale gebeurtenis waarbij er niet gelet wordt of het eten gezond is of niet.
Probeer nu met jouw 'tegen'-informatie argumenten te maken die 'tegen' de stelling zijn.
Tip! Kijk in jouw EHBD-boekje