De BPV opdrachten voor deze periode bestaan uit een voorbereidende opdracht (zie opdracht 2.1) en de eindopdracht: Consortium oefenopdracht 12, T1 (zie opdracht 2.2).
Opdracht 2.1
Voordat je zelf aan de slag gaat met het uitvoeren van lesactiviteiten op de BPV (zie oefenopdracht 12) is het goed om te observeren hoe een leerkracht/onderwijsassistent dit aanpakt. Je ontdekt door te observeren wat bij jou past en wat niet, welke aanspreektoon voor de kinderen je wil toepassen, hoe een ander een les aanpakt en of dit ook bij jou past kortom: je kijkt af en beslist wat je eruit mee wil nemen voor je eigen didactische en pedagogische ontwikkeling.
Observeer deze periode twee keer een leerkracht/onderwijsassistent die bezig is met een lesactiviteit aan een groepje of individuele kinderen. Doe dit vóórdat je oefenopdracht 12 gaat uitvoeren.
In het verslag geef je (in ieder geval) antwoord op de volgende punten
1. De wijze waarop de geobserveerde persoon de instructie en/of uitleg heeft gegeven;
2. De wijze waarop de geobserveerde persoon de leerlingen heeft gemotiveerd en gestimuleerd;
3. Welke onderdeel van de expliciete directe instructuie herken je? Leg uit
4. De wijze waarop de geobserveerde persoon reageert op veranderingen en daarbij pedagogische en/of didactische beslissingen heeft gemaakt.