Goed! Je weet nu dat lichtstralen in rechte lijnen bewegen en dat ze kunnen worden afgebogen als ze door een andere stof bewegen. Die andere stof kan een stukje glas zijn. Stukjes glas die speciaal gemaakt zijn om licht te buigen noemen we lenzen.
Van die lenzen kennen we eigenlijk twee basis vormen namelijk:
Bolle (+) lens: Een bolle lens is in het midden dikker dan aan de uiteinden. Deze lens kan lichtstralen naar elkaar toe bewegen. Dat noem je convergeren. Hoe "boller" de lens, hoe meer die lichtstralen naar elkaar toe worden gebogen. Het punt waar alle lichtstralen samen komen heet het brandpunt. Waarom dit het brandpunt heet? Houd maar eens een vergrootglas (bolle lens) in de zon op een papier!
Holle (-) lens: Een holle lens is in het midden dunner dan aan de uiteinden. Deze lens kan de lichtstralen uit elkaar bewegen. Dat noem je divergeren. Hoe "holler" de lens, hoe meer die lichstralen uit elkaar worden gebogen.