Lichtbreking

Aan het begin van deze wikiwijs heb je geleerd dat lichtstralen altijd in een rechte lijn gaan. Deze zogehete "lichtbundels" konden op drie manieren voortbewegen. De lichtbundels konden evenwijdig, divergerend (uitelkaar bewegen) en convergeren (naar elkaar toe bewegen). Als een lichtstraal eenmaal een richting heeft dan blijft hij in die richting bewegen. 

Kijk naar het volgende plaatje: 

In het plaatje zie je twee soortgelijke rietjes. Toch ziet het linker rietje eruit alsof hij niet helemaal goed is. Hoe komt dat?

Eerst eens kijken naar het verschil tussen de twee glazen. De ene is gevuld met water en de andere is gevuld met lucht. Je ziet: Als er geen water in het glas zit dan ziet het rietje er normaal uit en als er water in zit dan in één keer niet meer. Het water speelt dus een belangrijke rol.

Een voorwerp zie je doordat er lichtstralen van een voorwerp naar je oog bewegen. Als een lichtstraal door een andere soort stof beweegt, in dit geval water, dan buigt die lichtstraal af. Dit noem je lichtbreking. Een lichtstraal kan dus afgebogen worden.

Dus als je in een vijver kijkt en je ziet een vis zwemmen, dan zit de vis in werkelijkheid op een andere plek. Dat komt dus door de zogenaamde lichtbreking.

Oké!? Maar wat heb ik hier aan? Nou je leert dit zodat je iets beter weet hoe de bril die jij of iemand anders op zijn of haar neus heeft werkt!