https://youtu.be/KZfVdI0aqMs
ÉÉN VAN DE GROOTSTE MOBILES VAN CALDER
De Amerikaanse beeldhouwer Alexander Calder werd op aanraden van kunstenaar Hans Arp lid van de kunstenaarsgroep Abstraction-Création in 1931. Het was een internationale groep kunstenaars die vooral werkten in de abstracte stijl.
Alexander Calder, Lobster Trap and Fish Tail, 1939, Hangende mobile: geverfd staaldraad en aluminiumplaat, ca. 260 x 290 cm, The Museum of Modern Art, New York.
In hetzelfde jaar begon hij aan zijn kunstwerken, meestal constructies van metaaldraad en andere materialen, eigenschappen toe te voegen, die leidden tot beweging. Dit deed bij bijvoorbeeld met behulp van een klein motortje of een handslinger. De beweeglijkheid van zijn kunstwerken ontwikkelde hij almaar verder. Hij maakte kunst, dat in beweging werd gezet als gevolg van luchtstromingen, gewichtjes en weegschaalconstructies. In 1932 presenteerde de kunstenaar zijn eerste ‘mobiles’. Hiermee zorgde hij voor vernieuwende stappen in de kinetische (bewegende) kunst. Kunstenaars die hem waren voorgegaan met bewegende elementen in hun kunst zijn de constructivisten Alexander Rodchenko en de broers Antoine Pevsner en Naum Gabo.
Lobster Trap and Fisch Tail behoort met een afmeting van 260 x 290 cm tot de grootste hangende mobiles die Calder maakte in de jaren dertig. Toeval speelt een belangrijke rol in deze werken. De mobiles kunnen al roterend bewegingen in verschillende richtingen maken. Het fascinerende daaraan is dat het uiterlijk voorkomen van het kunstobject steeds onvoorspelbaar veranderd. Dit werk uit 1939 is door Calder in opdracht gemaakt van het Museum of Modern Art in New York. De elementen ogen abstract, maar zijn nog in verband te brengen met de titel van het werk. Zo zou de bovenste figuur de kreeft kunnen zijn. Deze beweegt zich richting een net of val, een ijle elliptische figuur met daarbinnen op en neer gaande zigzaglijnen. De zwarte vorm, die waaiervormig is, zou kunnen refereren aan een vissenstaart of een school vissen.