Kijk mee in je Binas! Zoek het periodiek systeem op en kies een atoom uit. Ik kies als voorbeeld zuurstof (O).
Je ziet links bovenin het vierkantje van het atoom een getal staan, bij zuurstof (O) staat daar 16. Dit is het aantal deeltjes in de kern (dus protonen + neutronen). Dit heet het massagetal. Het massagetal van zuurstof is dus 16. We kunnen dit ook schrijven als O-16
Je ziet ook een getal links naast de letter van het atoom staan. bij zuurstof (O) staat een 8. Dit vertelt je dat er 8 protonen in de kern zitten. Dit getal is het atoomnummer. Het atoomnummer van een atoom verandert nooit. Als dit zou veranderen zou het een andere stof worden.
Het massagetal van een atoom kan wel veranderen, we houden dan hetzelfde atoomnummer (dus evenveel protonen) maar veranderen het aantal neutronen. Neutronen zijn de lijm van een atoom. Je kunt dus best meer of minder lijm bij een atoom doen terwijl het aantal protonen hetzelfde blijft. De atomen met een ander massagetal bij hetzelfde atoomnummer heten isotopen. O-17 en O-18 zijn dus isotopen van O-16. Ze hebben alle drie 8 protonen in de kern (atoomnummer is 8), maar alle drie een ander massa getal dus een andere hoeveelheid lijm. O-16 heeft 16-8=8 neutronen, O-17 heeft 17-8=9 neutronen en O-18 heeft 18-8=10 neutronen.