Soekarno had tussen 1950 en 1965 eigenlijk alle macht, ondanks dat er volgens de Pancasila democratie moest zijn, leek Indonesië steeds meer op een dictatuur. Soekarno was al president, maar werd in 1957 ook de premier. Ook liet hij twee oppositie partijen uit het parlement verwijderen in 1958. Als kerst op de dictatoriale taart liet Soekarno zich in 1963 tot president voor het leven benoemen. Hij kwam bijna in oorlog met Maleisië omdat hij dit land beschuldigen van het steunen van islamitische rebellen in zijn land, nadat de Verenigde Naties niet zijn kant kozen, stapte Indonesië in 1965 uit de Verenigde Naties.