Stap 2: Experimenteren

Experimenteren- 15/20 minuten

Kijk of de Beebot uitkomt op het kruis. Fijn als dat goed is gegaan, nog fijner als het fout is gegaan!
Onderzoek samen wat er fout is gegaan.
Zet de Beebot hiervoor weer terug op het beginpunt, wis het programma nog niet en druk weer op GO. Wijs bij elke stap het richtingskaartje aan dat bij de stap hoort.
Laat de kinderen ontdekken waar het fout is gegaan. Stel eventueel verhelderende vragen:

-          Draait de Beebot de goede kant op?

-          Hij komt 1 stap tekort. Hoe komt dat?

-          Als hij draait, gaat hij dan ook een vakje vooruit?

 

Is de fout opgespoord? Leg de commando’s goed en wis de huidige route. Vertel waarom je de route wist:

“De Beebot is een robot en onthoudt wat wij hem verteld hebben dat hij moet doen. Willen we dat hij iets anders gaat doen, dan moeten we het programma wissen. Dat doen we door op het kruisje te drukken.”

Laat een ander kind de nieuwe route invoeren en controleer of de Beebot nu wel op het kruis uitkomt.

Leg het kruis nu op een andere plek in de mat of verander de startplaats van de Beebot.
Laat de kinderen in tweetallen een route voor de Beebot bedenken en die neerleggen met de richtingskaartjes.
Kies als iedereen klaar is 1 duo uit die de route programmeert op de Beebot.

Herhaal dit een aantal keer tot iedereen snapt hoe de Beebot werkt.