Hoofdstuk 1

Leerdoelen van hoofdstuk 1


 

 

 

 

 

Belangrijke thema's


Waar gaat hoofdstuk 1 over?

We zijn begonnen met een belangrijk onderdeel: het uitrekenen van de gemiddelde voorraad. Hiervoor zijn twee verschillende manieren:

Manier 1. Er zijn twee meetmomenten gegeven.Hier maak je gebruik van de volgende formule:

(Beginvoorraad + Eindvoorraad) : 2

 

Manier 2. Er zijn meer dan twee meetmomenten gegeven. Hier maak je gebruik van de volgende formule:

(0,5 x Beginvooraad + Tussenliggende voorraden + 0,5 x Eindvoorraad) : (Aantal tussenliggende voorraden + 1)

 

Dit is belangrijk om te weten, zodat je weet hoeveel voorraad je hebt ten opzichte van je gemiddelde voorraad. Stel dat je er erg onder zit, dan weet je dan je binnenkort inkopen moet gaan doen om je voorraad bij te werken.

 

Wat kan je allemaal uitrekenen met de gemiddelde voorraad?

Dit zijn onder andere de omzetsnelheid en omzetduur.

Check de padlet voor informatie over de omzetsnelheid. TIP: Theorie hierover gemist? Maak de theorieopdrachten opnieuw

 

De omzetduur is weer een ander verhaal. Dit gaat over hoelang jouw voorraad gemiddeld in het magazijn ligt. Je kan je voorstellen dat je bij groente en fruit altijd zo'n laag mogelijke omzetduur nodig hebt, maar dat het minder uitmaakt als je stoelen en banken verkoopt. De omzetduur kan je op twee verschillende manieren uitrekenen:
 
Manier 1. (360 : omzetsnelheid) = ... dagen*
Manier 2. (gemiddelde voorraad * 360) : inkoopwaarde van de omzet = ... dagen*
 
* de dagen rond je altijd af naar boven! Kom je uit om 17,1? Dan schrijf je 18 dagen op als eindantwoord.

 

 

Als je klaar bent met de opdracht, kan je door naar hoofdstuk 2!