De passé composé is de voltooid tegenwoordige tijd. De passé composé bestaat uit het hulpwerkwoord avoir of être en een voltooid deelwoord.
De passé composé bestaat altijd uit 2!!
Voor de passé composé bestaan ook 2 stappen.
Laten we eerst kijken naar de vervoeging met het hulpwerkwoord avoir.
We hebben de zin: "Ik heb gekeken (regarder)"
Avoir = hebben
J'ai = ik heb
Tu as = Jij hebt
Il/elle/on a = Hij/zij/ men heeft
Nous avons = Wij hebben
Vous avez = Jullie hebben
Ils/elles ont = Zij hebben
Wij hebben "ik heb" nodig, dus dat is j'ai
Stap 2: Het voltooid deelwoord.
Bij regelmatige werkwoorden die eindigen op -er haal je -er van het werkwoord af en plak je er een é achter.
Wij hebben het werkwoord regarder. We halen de -er eraf en krijgen dan regard. Als laatste plakken we er dan een é achter en krijgen dan regardé.
Dan krijgen we dus Ik heb gekeken = J'ai regardé
Dan gaan we nu kijken naar de passé composé met être.
Hier hebben we ook weer twee stappen voor.
We gaan werken met de zin "Ik ben gevallen (Tomber)"
Stap 1: de juiste vorm van het werkwoord être.
Être = Zijn
Je suis = Ik ben
Tu es = Jij bent
Il/elle/on est = Hij/zij/ men is
Nous sommes = Wij zijn
Vous êtes = Jullie zijn
Ils/elles sont = Zij zijn
We hebben "ik ben" nodig, dus als we in het rijtje kijken is dat "Je suis".
Stap 2: Het voltooid deelwoord.
Bij regelmatige werkwoorden die eindigen op -er haal je -er van het werkwoord af en plak je er een é achter.
We hebben het werkwoord tomber. Als eerste halen we de letters -er eraf, dan krijgen we tomb. Als laatste plakken we er een é achter, dus wordt het tombé.
Let op! Als je het hulpwerkwoord être gebruikt kan het zo zijn dat er soms een extra e of s achter komt. Dat hangt af van het onderwerp. Als het onderwerp vrouwelijk is komt er een e bij. Als het onderwerp in het meervoud staat kom er een s bij. Als het onderwerp dan in het vrouwelijk meervoud staat komt er dus een e en s achter. Bijvoorbeeld in de zin ik ben gevallen ligt het eraan of ''ik" in dit geval mannelijk of vrouwelijk is. Als het vrouwelijk is krijg je " je suis tombée" en als het mannelijk is krijg je "je suis tombé".
Uitzondering! De woorden avoir, être en faire kunnen ook als voltooid deelwoord gevraagd worden (dus bij stap 2). Deze woorden zijn onregelmatig en moet je dus uit je hoofd leren!
Faire wordt Fait en dat betekent gemaakt, gedaan
Avoir wordt eu en dat betekent gehad.
Être wordt été en dat betekent geweest
Bekijk nog het onderstaande uitlegfilmpje en dan zijn jullie er klaar voor om de opdrachten te maken!
Uitleg Passé composé