We hebben tijdens een aantal lessen theorie behandeld over het oog. We hebben het gehad over de onderdelen die bij het oog horen aan de buitenkant en de onderdelen aan de binnenkant van het oog. Ook hebben we besproken hoe het werkt met het dragen van een bril en diepte zien! Plus en min, plat en bol. Dat ga ik nog even extra uitleggen. Het dragen van een bril heeft vooral te maken met de de lengte van je oogbol. Normaal gesproken wordt het beeld om je heen door de lens verkleind, op de kop gezet en gespiegeld. Zo komt het beeld op het netvlies te staan en de hersenen zetten het beeld weer recht. De lens zorgt voor een scherp beeld, waar je ook kijkt, door te accomoderen. Hij wordt door de lensbandjes en het straallichaam steeds bol en plat gemaakt. Een platte lens is nodig bij het kijken naar iets ver weg. Wanneer je iets van dichtbij leest of bekijkt, heb je een bolle lens nodig. De bril heeft ook lenzen en die zorgen ervoor dat het beeld scherp wordt neergezet op het netvlies.
Wanneer je oogbol de lang is, dan ben je bijziend (van dichtbij zie je scherp). Het beeld wat je ziet valt dan vóór het netvlies. De lens in een bril moet ervoor zorgen dat het beeld een stuk naar achteren valt, precies op het netvlies. Dat is wat een bril met platte lenzen doet. Een bril met platte lenzen noemen we een -bril. Hoe doet die bril dat dan? Doordat de bril platte lenzen heeft, wordt jouw ooglens ook platter. En hoe platter de ooglens is, hoe verder naar achteren het beeld in je oog wordt geplaatst.
Wanneer de oogbol te kort is, valt het beeld achter het netvlies en is er een +bril nodig: die heeft bolle lenzen. Je bent dan verziend (van ver weg zie je scherp). De lens is de +bril zorgt ervoor dat het beeld naar voren gehaald wordt, precies op het netvlies. De bolle lenzen in de bril zorgen ervoor dat jouw ooglens boller wordt. En wanneer je lens boller wordt, wordt het beeld in je oog naar voren gehaald.
Hoe kunnen we diepte zien? Daar is de volgende verklaring voor. In allebei onze ogen hebben we een plek waarmee wij het scherpst zien én een plek waarmee wij niks zien. Namelijk de gele vlek en de blinde vlek. Wanneer je met één oog ergens heen kijkt, is er dus een plek die je het scherpst ziet en een plek die je het minst ziet. Als je dan naar dezelfde plek kijkt met twee ogen, merk je dat je een ander beeld ziet. De plaatsen die op de blinde vlek vallen in het ene oog, worden door het andere oog wél goed gezien! Zo kun je beter inschatten welke voorwerpen dichtbij zijn en wat er ver weg is. Je ogen vangen dus eigenlijk elkaars zwakke plekken op, waardoor je de diepte van iets kunt waarnemen!
Opdracht
Hieronder staat een opdracht over de onderdelen van het oog. Test je geheugen en zie hoeveel je er nog van weet!