Als een lezer van een krant het ergens mee eens of oneens is (bijvoorbeeld met het afschaffen van schoolzwemmen), dan kan hij/zij daarop reageren. Iedere krant geeft zijn lezers daar gelegenheid voor. In de meeste kranten is een aparte rubriek waar de brieven van lezers worden geplaatst. Ook in tijdschriften, zoals de Donald Duck of de Hitkrant kom je ingezonden brieven tegen.
In een ingezonden brief staat de mening van een lezer over een bepaald actueel onderwerp. Zo’n brief kan over van alles gaan: hondenpoep op straat, politieke onderwerpen, te zware schooltassen of kauwgom op straat. De schrijver van de brief heeft als tekstdoel: overtuigen. Het publiek moet overtuigd worden van de mening van de schrijver. Om dat te bereiken gebruikt de schrijver argumenten om zijn mening te ondersteunen.
De kenmerken van een ingezonden brief zijn:
In een ingezonden brief is de mening van de schrijver de hoofdgedachte van de tekst.
Met een ingezonden brief reageer je in een krant of tijdschrift op een actuele gebeurtenis of een artikel uit de krant of het tijdschrift. Het is een mooie uitlaatklep voor zaken waarover je je kwaad hebt gemaakt. Met een ingezonden brief wil je de lezers overtuigen van jouw standpunt.
Een goede ingezonden brief heeft de bekende indeling inleiding – middenstuk – slot.
In de inleiding vermeld je de gebeurtenis of het standpunt in de krant waarover je je hebt opgewonden. Daarna vertel je waarom je zo boos bent of herhaal je de volgens jou onjuiste argumenten. Vervolgens geef je aan wat er volgens jou moet gebeuren of waarom de argumenten zo slecht zijn.
Houd de brief kort en wees zakelijk of gebruik ironie als dat uitkomt en word alleen boos als dat een functie heeft.
