4. Het lijdend voorwerp (LV) vinden.

Je vindt het lijdend voorwerp door de volgende vraag te stellen:

Wie of Wat + gezegde + onderwerp?

Voorbeeld 1: Mijn hond begraaft zijn bot in de tuin.
GEZ: begraaft
OW: Mijn hond
LV: (Wat begraaft mijn hond?) zijn bot

Voorbeeld 2: De jongens hebben alle voetballen in het doel geschoten.
GEZ: hebben geschoten
OW: De jongens
LV: (wat hebben de jongens geschoten?) alle voetballen

Oefening 1.
Oefening 2
Oefening 3
Oefening 4
Oefening 5: ow en lv
Oefening 6: gez+ow+lv
Oefening 7: gez+ow+lv

Oefening 8: gez+ow+lv

De uitleg in een filmpje: