Het onderwerp (OW) van de zin.

Bij het gezegde hoort het onderwerp, afgekort OW. Het onderwerp geeft aan wie of wat iets doet in de zin. Je vindt het onderwerp door de volgende vraag te stellen:

Wie of Wat + gezegde ?

Voorbeeld 1: Mijn hond begraaft zijn bot in de tuin.
GEZ: begraaft
Wie/Wat begraaft? Mijn hond, dus  OW: Mijn hond

Voorbeeld 2: De jongens hebben alle voetballen in het doel geschoten.
GEZ: hebben geschoten
OW: De jongens   (Wie hebben geschoten?)

Oefening 1
Oefening 2: Cambiumned

Oefening 3: ow+gez
Oefening 4: ow+gez
Oefening 5: ow+gez

Uitleg in een filmpje: