Tijdlijn

Ik heb ervoor gekozen om verschillende belangrijke gebeurtenissen wat betreft dit onderwerp op te zoeken en op chronologische volgorde hieronder te weergeven. Er komen belangrijke gebeurtenissen, verschijnselen en personen naar voren.

Periode 1525 – 1867: Trans-Atlantische slavenhandel

De handel die werd bedreven door de Europeanen waarbij slaven vanuit Afrika werden gehaald om op plantages te werken.

1650: start slavernij in Suriname

Start van blijvende kolonisatie in Suriname door de Engelsen onder leiding van Lord Willoughby.

1667: kolonie van Nederland en vrede van Breda

In de vrede van Breda werd Suriname als kolonie van Nederland aangewezen. Suriname werd een kolonie in ruil voor Nieuw-Nederland en Nieuw-Amsterdam.

Periode van 1667 tot 1682

Aanvallen inheemse bevolking. De plantages werden aangevallen en kolonisten werden gedood. Buddingh (2017) omschrijft dat de kolonie Suriname steeds zwakker werd. Rond 1678 begon een inheemse guerrilla die een bedreiging voor het voortbestaan van de kolonie zorgde. Daarnaast werden er verschillende aanvallen uitgeoefend op de plantages. De kolonie ging tot 1682 een onrustige periode tegemoet.

1682: overname door de WIC

De WIC had haar bloeitijd gehad en wilde Suriname overnemen om daar een monopolie te vestigen en meer te kunnen verdienen aan haar slavenhandel.

1683: Cornelis van Aerssen van Sommelsdijck en de geoctrooieerde sociëteit van Suriname

De kosten voor de WIC om alleen Suriname in handen te hebben was te groot. De kolonie werd gedeeld met onder andere Cornelis van Aerssen van Sommelsdijck. Hij richtte de geoctrooieerde sociëteit van Suriname op. Zij kochten 1/3 deel van Suriname, hetzelfde werd gedaan door Amsterdam en de WIC. Dit betekende dat Suriname vanaf dat moment volledig in handen was van Nederlandse partijen.

Periode van 1712  tot 1742

Gouverneurs wisselen elkaar af. De slavenhandel en het aantal plantages nam in een rap tempo toe in deze periode. Naast het verbouwen van suiker werd er nu ook koffie, katoen en verbak verbouwd op de plantages. Ook werd er in deze periode strenger opgestreden tegenover marrons.

1742: Komst gouverneur Johan Jacob Mauricus

In 1742 kwam er een nieuwe gouverneur die naar Suriname werd gestuurd, Johan Jacob Mauricus. De Kom (2020) beschrijft dat de voornaamste verdiensten van deze nieuwe gouverneur de nieuwe tactiek tegenover de marrons was. Hij trachtte na aanval op marrons met een deel vrede te sluiten zodat zij hem zouden helpen met het aanpakken van andere marrons. Hij wilde koste wat het kost voorkomen dat groepen marrons zich met elkaar zouden verenigen.

1762: doodslag weggelopen slaaf gemaakte

Een nieuwe straf die werd opgelegd aan slaaf gemaakte die werden opgepakt nadat zij weggelopen waren van de plantages.

1765: Boni neemt leiderschap op zich

Boni besloot in 1765 het leiderschap op zich te nemen wat betreft het aanvallen van de slaaf houdende. Hij werkte samen met Baron en Joli Coeur.

Deze opperhoofden wisten onder de opstandige Surinamers tucht en orde in te voeren en een krijgsmacht te vormen, die jarenlang opgewassen bleek tegen de goed georganiseerde macht der Hollanders' (De Kom, 2020, p. ).

1770: start Boni oorlogen

De strijd tegen de kolonisator ging van start. Deze strijd worden ook wel de Boni oorlogen genoemd.

1792: de WIC gaat failliet

De WIC ging failliet en Amsterdam en de sociëteit kochten de aandelen van Suriname van de WIC over.

1814: afschaffing van de slavenhandel

In 1814 werd de slavenhandel grondwettelijk verboden, dit betekende echter nog niet dat er een einde was aan de slavernij zelf. Wel werden de levensomstandigheden van de slaven iets verbeterd.

1868: definitieve afschaffing van de slavernij

Nederland was als laatste met de afschaffing van de slavernij in haar koloniën. Dit betekende ook voor Suriname dat er na al deze ellendige jaren eindelijk sprake was van de afschaffing van de slavernij.