Feedback geven

Feedback geven tijdens de lessen is van groot belang in de ontwikkeling van de student. Door middel van feedback vergroot je het zelfinzicht bij de studenten. Waar mede-studenten vaak erg lief zijn voor elkaar, kunnen docenten soms juist weer te veel nadruk leggen op ontwikkelpunten waarbij de positieve punten niet/onvoldoende aan bod komen.

Hoe geef je feedback?
Als docent durf je de presentatie van de student te onderbreken om feedback te geven. Door tussentijds feedback te geven, geef je de student ruimte om daarna de feedback meteen toe te passen in de rest van zijn presentatie. Je geeft dus ruimte om de feedback toe te passen in de praktijk. Het leerrendement voor de student wordt daardoor groter.

Het tussentijds geven van feedback kan gedaan worden volgens de feedback, feed-up, feed-forward methode. Eerst beschrijf je wat je de student (niet) ziet doen (feedback), vervolgens geef je aan wat het doel is voor de student (feed-up; gekoppeld aan een toetsdoel), daarna geef je de student een gedragsgerichte tip om dichter bij dit doel te komen (feed-forward).

Na het geven van de feed-forward mag de student zijn presentatie afmaken. Als je als docent weer ziet gebeuren wat er voor de feedback gebeurde, mag je best nogmaals onderbreken om de student hier op te wijzen. Ga echter niet nogmaals de presentatie onderbreken voor nieuwe feedback.

Na afloop van de presentatie laat je de student eerst stoom afblazen: “Hoe vond je het gaan?” Probeer te sturen op reflectie van gedrag gelinkt aan toetsdoelen en laat de student verder gaan dan alleen een reactie op beleving (evaluatiemodel van Kirkpatrick). Dit is bij de evaluatie van de eindpresentatie ten slotte ook van belang.

Daarna wijs je 2 (max. 3) studenten aan die ook volgens het feedback, feed-up, feed-forwardmodel feedback geven aan de student. Wijs deze studenten niet voorafgaand aan de presentatie aan want dan kan de rest achterover leunen. Vraag dus een actieve bijdrage van alle studenten. Deze feedback mag natuurlijk ook positief geformuleerd zijn.

Als docent sluit je de feedbackronde af. Probeer hierbij feedback te formuleren die aanvullend is op eerdere feedback. Val dus niet te veel in herhaling en geef ook vooral aan wat er al goed gaat!
Kies 1 a 2 ontwikkelpunten die je aan de student wilt meegeven voor de volgende les. Bij te veel ontwikkelpunten zal de student deze niet onthouden.