Bij het saldo gaat het om het verschil tussen opbrengsten en toegerekende kosten.
Iedereen krijgt in het dagelijks leven met kosten te maken. Denk maar aan de uitgaven voor je hobby of sportvereniging. Voor een veehouder zijn de kosten erg belangrijk. Die bepalen voor een groot deel of je een redelijk inkomen kunt verkrijgen.
De kosten kun je indelen in toegerekende en niet-toegekende kosten
Ook voor de KOSTEN moet je precies aangeven bij welk jaar ze horen. KOSTEN is dus niet hetzelfde als UITGAVEN.
Aan het begin van het boekjaar 2020 heeft een veehouderijbedrijf:
• € 8.000,- aan crediteuren (nog te BETALEN nota’s van bijv. mengvoerbedrijf
• € 3.000,- aan voorraad zaagsel (die men in 2020 ook zal gebruiken)
Die € 8.000 zal in de loop van het boekjaar 2020 van de bankrekening afgeschreven worden. Als kosten moeten ze echter bij het vorige boekjaar (2019) gerekend worden. Want in dat jaar is dat voer verstrekt geweest.
De € 3.000 van de voorraad zaagsel komt ten laste van 2020, want dan wordt die gebruikt.
Gedurende het jaar (1/1 t/m 31/12) is er in totaal € 160.000,- op de bankrekening afgeboekt.
Aan het einde van het boekjaar (2020) heeft hetzelfde bedrijf:
• €2.000,- aan crediteuren (op geleverd mengvoer, dat al opgevoerd is),
• € 3.500,- aan voorraad zaagse; (al betaald, maar nog niet gebruikt).
Het mengvoer telt bij kosten van het af te sluiten boekjaar (2020) geteld, hoewel men de nota pas in 2021 zal betalen.
De zaagsel zal voor 2021 meetellen.
Dus de KOSTEN (VOOR 2020) zijn dan:
- totaal aan UITGAVEN (betalingen) 160.000,-
- begin boekjaar: vorderingen van mengvoerbedrijf: - 8.000,-
- begin boekjaar: voorraad zaagsel; + 3.000,-
- einde boekjaar: vordering van mengvoer + 2.000,-
- einde boekjaar: voorraad: zaagsel; - 3.500,-
Totaal KOSTEN : 153.500,-
Opmerking
De kosten van mestafzet worden meestal niet tot de toegerekende kosten gerekend, omdat daarbij de ligging van het bedrijf een grote rol speelt. Voor een varkenshouderijbedrijf in een concentratiegebied zijn deze kosten anders dan voor een veehouderijbedrijf in een akkerbouwgebied. Met saldo-berekening wil je bedrijven onderling vergelijken op economische efficiëntie. Als men kosten voor mestafzet als toegerekende kosten zou tellen, wordt het beeld over die efficiëntie vertroebeld.