In de natuurkunde wordt er vaak gewerkt met het gewicht, gewicht is een kracht. Hieronder staat hoe je deze moet berekenen.
Valversnelling (g); Op aarde is er een aantrekkingskracht naar het middelpunt van de aarde toe, dit zien wij door de valversnelling (g) die 10 m/s2 is. Dit betekent dat als je van grootte hoogte valt, de snelheid elke seconde toeneemt met 10 m/s. De kracht (F), in Newton (N), die hierbij hoort heet de zwaartekracht. Elk voorwerp met een massa krijgt door de valversnelling een gewicht.
Zwaartekracht = massa x valversnelling dit is in symbolen Fzwaarte = m x g
Als je op je weegschaal staat meet je massa in kg, je gewicht is dan je massa keer de valversnelling. Als mijn massa 65 kg is, is mijn gewicht 650 N.