Trance

Een trance is een dissociatief verschijnsel waarbij iemand een ander bewustzijnsniveau heeft. Wie in trance is, is minder gevoelig voor prikkels van buitenaf, maar is niet bewusteloos en slaapt ook niet. Het persoonlijke identiteitsgevoel kan verminderd zijn. Er zijn verschillende omstandigheden waaronder iemand in trance kan raken. Het verschijnsel kan optreden bij een tekort aan slaap of zuurstof en bij koorts, ondervoeding en medicijngebruik. In bepaalde gevallen beschouwt men een trance als gewenst, omdat de toestand wordt gezien als een "poort naar het onbewuste". Hypnose kent bijvoorbeeld een aantal technieken om mensen in trance te brengen. Ook bij verschillende vormen van meditatie kan een trance optreden. Een trance kan ook worden ervaren als religieus fenomeen. 
Als een trance optreedt buiten een religieuze of culturele context, kan deze een symptoom zijn van een psychische aandoening, vaak gediagnosticeerd als dissociatieve stoornis niet anderszins omschreven (DSM-IV-code 300.15) of trance- en bezetenheidsstoornis (ICD-10-code F44.3). In het handboek DSM-IV wordt dissociatieve trancestoornis voorgesteld voor verder onderzoek.
Overigens is trance een heel alledaags verschijnsel. Iedereen die wel eens helemaal verdiept is in een boek kent het - of althans maakt het mee. Want ook dan treden trance-verschijnselen op: je hebt even wat minder aandacht voor je omgeving, en ben je helemaal geconcentreerd op jezelf. Ook als je vaak dezelfde weg aflegt per auto of fiets treedt soms als vanzelf trance op: je merkt dan ineens dat je een heel stuk weg "gemist" hebt. Terwijl je ook weet dat als er zich iets ongewoons zou hebben voorgedaan je meteen weer helemaal alert geweest zou zijn.