Lesfase 4 richt zich op het geven van een instructie aan de leerlingen ten behoeve van zelfwerkzaamheid. Denk hierbij een een helder instructie (OROB/Didactiek N1).
Een heldere instructie bestaat ten minste uit:
- Wat moet er gedaan worden?
- Op welke manier (hoe) dienen de studenten de opdracht aan te pakken? Geef bij het uitleggen van de aanpak niet alleen aan hoe de studenten moeten werken. Geef ze ook een stappenplan voor de oplossing, zodat zij zelf tot het eindresultaat kunnen komen
- Waaruit bestaat de beschikbare hulp? Of studenten hulp mogen vragen, en zo ja, aan elkaar en/of aan de docent, moet van tevoren bekend zijn.
- Hoeveel tijd hebben de studenten ter beschikking? Een bruikbare aanwijzing is bijvoorbeeld: “Voor deze opdracht heb je 15 minuten de tijd”. Geef indien relevant ook aan wat in de les af moet zijn en wat thuis gedaan moet worden (als huiswerk). Hierdoor gaan studenten doorgaans zelf meteen aan de slag in plaats van het huiswerk voor zich uit te schuiven en tijdens met de les met elkaar te kletsen.
- Wat gebeurt er met de uitkomsten? Worden de antwoorden klassikaal besproken? Moeten de studenten hun antwoorden zelf nakijken, etc.
- Wat moet er gebeuren als men klaar is? Het is geen bezwaar als de studenten even iets voor zichzelf gaan doen wanneer zij klaar zijn. Als dat te lang gaat duren is dat niet wenselijk.
Werk alvast een eerste versie van lesfase 4 uit in jouw draaiboek van de VUL. Houdt hierbij rekening mee dat jouw instructie volledig, helder en concreet moet zijn.