Domein B Functies, grafieken en vergelijkingen

Als je alle examenstof hebt geleerd kun je:

  • standaardfuncties hanteren.
  • grafieken beschrijven en in een functievoorschrift vastleggen.
  • werken met eenvoudige transformaties.
  • vergelijkingen, ongelijkheden en stelsels van twee lineaire vergelijkingen oplossen en bijbehorende grafieken tekenen.
  • verbanden tussen de twee grootheden herkent, toepast en bijbehorende grafieken tekenen. Vanuit de beschrijving van zo’n verband kun je een formule opstellen, de evenredigheidsconstante bepalen en rekenen met en redeneren over verbanden van deze vorm en het effect van schaalvergroting.
  • periodieke verschijnselen beschrijven.

 

De begrippen en onderwerpen die je bij dit domein in ieder geval moet kennen luiden als volgt:

Onderwerpen en begrippen

Dit weet ik

eerstegraadsfunctie, tweedegraadsfunctie, lineair, kwadratisch

 

functievoorschrift, wortelfunctie, machtsfunctie,

 

rationaal getal

 

parabool

 

exponentiële functie, grondtal, machten, logaritmen

 

goniometrische functies, radiaal, periode, amplitude, evenwichtsstand

 

gebroken lineaire functie, hyperbool

 

domein, bereik, nulpunt, extreem, minimum, maximum, stijgen, dalen

 

functievoorschrift

 

snijpunt met de x-as, snijpunt met de y-as, top, symmetrie, asymptotisch gedrag,  horizontale asymptoot, verticale asymptoot

 

transformatie

 

somfunctie

 

verdubbelingstijd, halveringstijd, groeiprocessen

 

stelsel van vergelijkingen

 

abc-formule

 

recht evenredig, omgekeerd evenredig, evenredig met een macht, evenredigheidsconstante

 

exacte waarden, sinus, cosinus

 

graden, radialen

 

interval

 

periodiciteit, symmetrie