Van generatie op generatie (BIO.K.12)

Als je alle examenstof hebt geleerd kun je:

  • voortplanting en groei bij organismen toelichten, evenals de vorm en functie van seksueel gedrag daarbij.

 

De begrippen die je bij dit het domein in ieder geval moet kennen luiden als volgt: 

Onderwerpen en begrippen

Dit weet ik

ligging, bouw en functie van eierstokken, eileiders, baarmoeder, schede (= vagina), grote en kleine schaamlippen, kittelaar (= clitoris)

 

ligging, bouw en functie van balzak, teelballen/zaadballen, bijballen, zaadblaasjes, zaadleiders, prostaat, penis, zwellichamen, urinebuis, voorhuid, eikel

 

primaire en secundaire geslachtskenmerken bij de vrouw en de man

 

verloop van de menstruatiecyclus, ontwikkeling van eicel in eierstok, ovulatie, opbouw baarmoederslijmvlies, menstruatie (verval baarmoederslijmvlies),

 

bouw en functie van een eicel en een zaadcel

 

processen tijdens de zwangerschap,  bevruchting in de eileider, delingen in de eileider, innesteling in baarmoederslijmvlies, ontwikkeling embryo/foetus, ligging en functies van vruchtvliezen, vruchtwater, navelstreng en placenta (moederkoek

 

het verloop van zwangerschap, geboorte met indalen, ontsluiting met weeën, uitdrijving met persweeën en nageboorte, eeneiige tweelingen, twee-eiige tweelingen

 

vormen en functie van prenataal onderzoek met name echoscopie, vruchtwaterpunctie en vlokkentest

 

condoom, spiraaltje, sterilisatie, pessarium, invloed van de "pil" als ovulatieremmer

 

ontkieming, groei en bloei, bestuiving en bevruchting, kiem, bevruchte eicel

 

zaad, zaadbeginsel, vrucht, vruchtbeginsel

 

overwinteren van een plant

 

afsterven van de bovengrondse delen, opslag van reservestoffen in de wortels