Ik kan gebeurtenissen uit mijn eigen leven en verschijnselen, gebeurtenissen en personen uit de geschiedenis met behulp van een tijdbalk of een andere vorm van chronologische schematisering ordenen en daarbij de volgende aanduidingen van tijd en tijdsindeling gebruiken: jaren, eeuwen, tijdvakken, perioden en jaartellingen.
Domein B: Oriƫntatiekennis
Ik kan bij elk kenmerkend aspect een passend voorbeeld geven van een gebeurtenis, ontwikkeling, verschijnsel of handeling dan wel gedachtegang van een persoon en dit voorbeeld gebruiken om het betreffende aspect te verduidelijken.
Ik kan uitleggen dat de betekenis die aan dit tijdvak wordt toegekend mede afhangt van de tijd, plaats en omstandigheden waarin mensen zich met het verleden bezighouden.
Voor tijdvak 1 gelden de volgende kenmerkende aspecten:
De levenswijze van jagers-verzamelaars.
Het ontstaan van de landbouw en de landbouwsamenlevingen.
Het ontstaan van de eerste stedelijke gemeenschappen.
Onderstaande kernbegrippen worden toegelicht in de begrippenlijst: