Präpositionen Akkusativ:
Bij thema 2 hebben we al een keer te maken gehad met de voorzetsels, die de akkusativ vorm geven in het Duits. Dit waren zes voorzetsel, die altijd de vierde naamval geven.
voor (niet letterlijk) | für |
zonder | ohne |
tegen | gegen |
om | um |
tot | bis |
door | durch |
Na deze voorzetsels gebruik je dus altijd de Akkusativ.