Als je alle examenstof hebt geleerd, kun je: de filosofische vraag naar de mens benaderen vanuit de rol die wetenschap en techniek spelen, met daarbij een uitleg, vergelijking en evaluatie van verschillende filosofische antwoorden op de vraag naar de mens. |
Onderwerpen en begrippen |
Dit weet ik |
Kernbegrippen |
|
Pre-reflectief: directe gewaarwording die voorafgaat aan bewuste reflectie |
|
Lichaamsschema: pre-reflectieve kennis van ruimtelijke positie van het lichaam |
|
Excentrische positionaliteit: vermogen van de mens om te reflecteren op eigen bestaan en zich ertoe te verhouden |
|
Medewereld: de gedeelde wereld van taal en cultuur tussen mensen |
|
Natuurlijke kunstmatigheid: noodzaak voor mens om zichzelf vorm te geven vanuit excentrische positie |
|
Bemiddelde onmiddellijkheid: directe ervaring is altijd bemiddeld door lichaam en bewustzijn |
|
Utopische standplaats: mens heeft geen vaste basis maar verlangt ernaar |
|
Lichaamsschema (in context Fanon): hoe het lichaam in de ruimte wordt ervaren, beïnvloed door culturele/raciale interpretaties |
|
Filosofen en hun centrale opvattingen |
|
Descartes (1596-1650): mens als denkend ding (res cogitans) tegenover uitgebreid ding (res extensa) | |
Sheets-Johnstone: mens als reflecterend, bewegend lichaam; fenomenologische benadering van dans en beweging | ` |
Plessner (1892-1985): mens staat lichamelijk in verhouding tot zichzelf; excentrische positionaliteit; drie antropologische wetten | |
De Beauvoir (1908-1986): bestaanservaring van vrouwen wordt gevormd door culturele opvattingen | |
Fanon (1925-1961): bestaanservaring van mensen van kleur wordt gevormd door de blik van anderen |