Als je alle examenstof hebt geleerd, kun je: een aantal centrale begrippen en toonaangevende visies uit de kennisleer herkennen, uitleggen en in een filosofische context toepassen en evalueren. |
Onderwerpen en begrippen |
Dit weet ik |
Centrale begrippen | |
a priori, a posteriori, universeel, particulier, idealisme, objectief, subjectief, intersubjectief |
|
Begrippenparen |
|
zelfbewustzijn en hersenen |
|
schijn en werkelijkheid |
|
waar en vals |
|
feit en fictie |
|
kennis en geloof | |
kennis en kunde | |
Toonaangevende visies waarin: | |
kennis verband houdt met de kennis van de oervormen (Plato) | |
kennis als uitgangspunt de alledaagse ervaring en waarneming heeft (Aristoteles) | |
kennis primair een proces is van rationeel denken (Descartes) | |
kennis is gebaseerd op zintuiglijke ervaring (Locke, Hume, Nagel) | |
kennis voortkomt uit een synthese van ervaring en denken (Kant, neokantianisme) | |
kennis voortkomt uit verbeeldingskracht (constructivisme, narrativisme) |