Als je alle examenstof hebt geleerd, kun je: een aantal centrale begrippen en toonaangevende visies uit de wetenschapsfilosofie herkennen, uitleggen en in een filosofische context toepassen en evalueren. |
Onderwerpen en begrippen |
Dit weet ik |
Centrale begrippen |
|
theorie, grondslagen, axioma, hypothese, empirische basis, demarcatie, empirische cyclus, paradigma, positivisme |
|
Begrippenparen |
|
wetenschappelijke en common-sense kennis |
|
formele en empirische wetenschappen |
|
feit en theorie | |
wetmatigheid en toeval | |
verklaren en verstaan | |
inductie en deductie | |
waardevrijheid en waardegebondenheid | |
techniek en technologie | |
Toonaangevende visies waarin: | |
wetenschap gebaseerd is op positieve feiten (Comte, Wiener Kreis) | |
wetenschap gezien wordt als toetsing van theorie aan het experiment (Hempel; Popper) | |
de wetenschappelijke gemeenschap wetenschappelijke denkpatronen (paradigma’s) bepaalt (Kuhn) | |
vele methoden van onderzoek als wetenschappelijk worden beschouwd (Feyerabend) | |
wetenschap als interpretatie wordt benaderd (hermeneutiek) | |
wetenschap als maatschappelijke praktijk wordt gezien (Latour) |