Als je alle examenstof hebt geleerd, kun je:
|
De begrippen die je bij dit domein in ieder geval moet kennen luiden als volgt:
Onderwerpen en begrippen |
Dit weet ik |
1. Ontwikkeling van het begrotingstekort en de staatsschuld |
|
collectieve lasten |
|
belastingen |
|
niet-belastingen |
|
sociale verzekeringspremies |
|
btw (omzetbelasting) |
|
accijns |
|
loon- en inkomstenbelasting |
|
vennootschapsbelasting |
|
houderschapsbelasting |
|
gemeentelijke belastingen en heffingen |
|
onroerende zaakbelasting |
|
leges |
|
niet-belastingmiddelen | |
staatsschuld | |
begrotingstekort/begrotingsoverschot | |
financieringstekort |
Je kan:
|
De begrippen die je bij dit domein in ieder geval moet kennen luiden als volgt:
Onderwerpen en begrippen | Dit weet ik |
2. Systematiek en uitgangspunten van loon- en inkomstenbelasting |
|
draagkrachtbeginsel |
|
profijtbeginsel |
|
solidariteitsbeginsel |
|
proportionele belastingheffing |
|
progressieve belastingheffing |
|
degressieve belastingheffing |
|
schijventarief |
|
belastingontduiking |
|
belastingontwijking |
|
zwart en grijs circuit |
|
belastingvlucht |
|
loonheffing |
|
inkomstenbelasting | |
aftrekposten | |
eigenwoningforfait | |
vermogensrendementsheffing | |
heffingsgrondslag | |
heffingskortingen | |
arbeidskorting |
Je kan:
|
De begrippen die je bij dit domein in ieder geval moet kennen luiden als volgt:
Onderwerpen en begrippen | Dit weet ik |
3. Oorzaken en functies van inkomensverschillen |
|
schaarste |
|
arbeidstijd |
|
productiviteit |
|
macht |
|
scholing |
|
verantwoordelijkheid | |
leeftijd | |
zwaarte en (on)aangenaamheid van het werk |
Je kan:
|
De begrippen die je bij dit domein in ieder geval moet kennen luiden als volgt:
Onderwerpen en begrippen | Dit weet ik |
4. Instrumenten om inkomensverschillen te beïnvloeden |
|
nivelleren/denivelleren |
|
subsidies |
|
aftrekposten |
|
inkomensoverdrachten |
|
sociale zekerheid |
|
Je kan:
|
Onderwerpen en begrippen | Dit weet ik |
5. Oorzaken en gevolgen van de waardeverandering van geld |
|
inflatie/deflatie |
|
consumentenprijsindex |
|
indexcijfers |
|
wegingsfactoren |
|
koopkracht |
|
geldontwaarding | |
concurrentiepositie | |
vermogensposities |
|
Je kan:
|
Onderwerpen en begrippen | Dit weet ik |
6. Prijscompensatie als middel om koopkrachtverlies tegen te gaan |
|
nominaal inkomen |
|
reëel inkomen |
|
Je kan:
|
Onderwerpen en begrippen | Dit weet ik |
7. Markten en marktvormen |
|
concrete markt |
|
abstracte markt |
|
evenwichtsprijs | |
evenwichtshoeveelheid | |
vraag- en aanbodcurve | |
volkomen concurrentie | |
oligopolie (heterogeen en homogeen) | |
monopolistische concurrentie | |
monopolie (natuurlijk, overheids- en economisch) |
Je kan:
|
Onderwerpen en begrippen | Dit weet ik |
8. Nederland als georiënteerde, sociale markteconomie |
|
markteconomie |
|
planeconomie |
|
volkomen vrije economie | |
maximumprijzen | |
minimumprijzen | |
sociale wetgeving |