Opgaven 10 t/m 13

Opgaven 10 t/m 13  .................................................................................     ..............................................................................................................

10    Formule bij tabel

Bekijk de tabel hieronder.

  1. Noteer de variabele die we gebruiken voor de x-as (horizontaal)
  2. Noteer de variabele die we gebruiken voor de y-as (verticaal)
  3. Noteer het begingetal
  4. Bereken de stapgrootte
  5. Maak nu de formule bij de tabel

 

11    Formule bij tabel

 

  1. Noteer de variabele die we gebruiken voor de x-as (horizontaal)
  2. Noteer de variabele die we gebruiken voor de y-as (verticaal)
  3. Neem de tabel over en zet er boogjes bij met daarbij de juiste getallen.
  4. Bereken het begingetal
  5. Bereken de stapgrootte
  6. Maak nu de formule bij de tabel

 

12    Formule bij tabel

 

Bekijk de tabel hierboven.

  1. Noteer het begingetal.
  2. Bereken de stapgrootte.
  3. Schrijf de formule op die bij de tabel hoort.

 

 

13  Formule bij tabel

Bekijk de tabel hierboven. Deze tabel lijkt in eerste instantie niet regelmatig.

  1. Teken ook de boogjes bij de tabel op het werkblad en zet er de getallen bij
  2. Wat valt je op?
  3. Is hier sprake van een lineair verband?