Uitleg 3 .....................................................................................................
Met behulp van het schema kun je bij een tabel met regelmaat een lineaire formule maken. Voorbeeld 1.Jasmina maakt in haar vrije tijd graag foto's. Deze laat zij online afdrukken. Als je online iets bestelt zitten daar natuurlijk bezorgkosten aan vast. Ook betaal je per foto een klein bedrag. De tabel hieronder gaat daar over. Wanneer we een formule maken bij een regelmatige tabel vullen we de onderdelen van ons vaste schema in:
De verschillende onderdelen zet je op de goede plaats in het schema:
prijs = 2,50 + 0,20 x aantal foto's
Met de formule kun je nu bijvoorbeeld ook uitrekenen wat het kost als je 20 foto's besteld. Je vult dan het aantal van 20 in op de plek van de foto's. Daarbij hoort de volgende berekening. prijs = 2,50 + 0,20 x aantal foto's prijs = 2,50 + 0,20 x 20 = 6,50 Je betaalt dus € 6,50 voor 20 foto's
Voorbeeld 2.Wanneer je voor een groot feest een zaal huurt kost dat natuurlijk geld. Ook de consumpties per persoon (wat je eet en drinkt) kost natuurlijk geld. De tabel hieronder gaat daar over. We zoeken in de tabel de verschillende onderdelen op
Vul nu het vaste schema in om de formule bij de tabel te maken:
prijs = 500 + 5 x aantal feestgangers
Met de formule kun je berekenen wat het kost als er bijvoorbeeld 40 personen naar je feest komen.
prijs = 500 + 5 x aantal feestgangers prijs = 500 + 5 x 40 = 700 Een feestje voor 40 personen kost je dus € 700
Leer het schema uit je hoofd! |