H1 par 3.

Leerdoelen:

Aan het einde van de les kan je:

De massa geeft aan uit hoeveel stof een voorwerp bestaat. Je kan de massa wegen met een weegschaal.

Omrekenen van de eenheid:

1 t = 1000 kg

1 kg = 1000 g

1 g = 1000 mg

 
 
Het volume geeft aan hoeveel ruimte een stof inneemt. Je kan dit bepalen met een maatcilinder.

 

omrekenen van de eenheid:

 

 

Verschil massa en gewicht:

 

Volume berekenen:

V = l x b x h

volume = lengte x breedte x hoogte

 

Onderdompelmethode:

Het volume van voorwerpen bepalen met een onregelmatige vorm.